AZG protesteert tegen mensonwaardige behandeling van Congolezen die Angola worden uitgewezen

AZG-teams zijn zopas opnieuw naar de zuidwestelijke provincies Bandudu en West-Kasaï in de Democratische Republiek Congo (DRC) getrokken om er medische hulp te verlenen aan duizenden Congolese diamantwerkers die in onmenselijke omstandigheden Angola werden uitgewezen.

Het vierkoppige AZG-team ter plaatse, bericht over de uitwijzing van ongeveer 20.000 mensen in de afgelopen week. Deze getuigen over de gedwongen scheiding van families, collectief en publiek seksueel geweld tegen zowel mannen als vrouwen, groepsverkrachtingen, willekeurige opsluiting, slagen, vernederende vaginale en anale onderzoeken en plundering van goederen. Er worden nog 8.000 mensen verwacht in de eerstvolgende dagen.
De mijnwerkers worden eerst bijeengebracht en vervolgens naar Luremo vervoerd, op zo’n 100 km van de grens, waar ze een reeks mishandelingen ondergaan. De omstandigheden waarmee ze in de grenssteden van de DRC worden geconfronteerd, zijn afschuwelijk.
Alain Decoux, landverantwoordelijke van AZG in de DRC: “Wanneer de mensen aankomen in Congo zijn ze alles kwijt, inclusief hun gezin. Ze zitten vaak op duizenden kilometers van hun plaats van herkomst, aan hun lot overgelaten, en zonder enige bezittingen. Ze hangen volledig af van externe hulp die tot nu toe niet beschikbaar was.”
Het AZG-noodhulpteam organiseert nu de voorziening van zuiver water om het risico op epidemieën en op uitdroging te verminderen. Naast het medisch onderzoek bij aankomst, richtte AZG ook een polikliniek in en een voorziening om meer ingewikkelde gevallen te behandelen, en zette de organisatie een voedseldistributie op poten. AZG zorgt ook voor de psychologische opvang van mensen die toekomen.
De uitwijzing van 25.000 diamantwerkers op dezelfde mensonterende wijze in de twee voorafgaande maanden, zette AZG er in februari 2004 reeds toe aan om deze situatie te veroordelen.
Decoux: “Na de golf van uitwijzingen in de maand februari van dit jaar verzekerde de Angolese regering dat verdere acties ondernomen zouden worden met de grootste eerbied voor de waardigheid van de werkers. In het licht van deze recente gebeurtenissen is het hun plicht zich ervan te verzekeren dat er onmiddellijk actie wordt ondernomen.”
Zoals vele delen van de DRC, zijn ook de provincies Bandudu en West-Kasaï moeilijk te bereiken en kent dit gebied een reëel tekort aan hulp voor de uitgewezen Congolezen. Daarom roept AZG de Angolese en Congolese regeringen ook op hun verantwoordelijkheden op te nemen, en vraagt ze andere organisaties zo snel mogelijk te interveniëren.