Sociale media

  • NL
Open the menu

AZG kondigt stopzetting aan van noodhulpprojecten in de periferie van Bunia


Tijdens een persconferentie in Genève heeft AZG aangekondigd dat zij haar noodhulpprojecten in de periferie van de stad Bunia, in het district Ituri, in de Democratische Republiek Congo (DRC) gaat stopzetten. AZG publiceerde tegelijkertijd een rapport met als titel: "Vanuit Ituri geen nieuws: het geweld duurt voort". Met dit rapport wil AZG protesteren tegen het ondraaglijke geweld waarvan de bevolking steeds weer slachtoffer is en tegen de enorme moeite die het kost om humanitaire hulp te verlenen.

Het stopzetten van de programma’s in de periferie van Bunia, die hulp boden aan ruim 100.000 ontheemden, is het directe gevolg van de ontvoering van twee AZG-medewerkers op 2 juni. Hun vrijlating tien dagen later was voor AZG niet voldoende reden om de activiteiten te hervatten.
Marilyn McHarg, Directeur Operaties bij AZG, protesteerde tegen het onaanvaardbare karakter van deze ontvoering, die plaatsvond in buitengewoon gewelddadige omstandigheden. "Onze prioriteit is nu om onze hulp aan de bevolking van Ituri zo goed en zo kwaad als het kan voort te zetten. Zo zet een AZG-team van 14 buitenlandse hulpverleners en 300 Congolezen het werk voort dat we zo’n drie jaar geleden waren begonnen in het ziekenhuis Bon Marché in Bunia. Dit ziekenhuis werd in eerste instantie opgezet voor een op oorlogssituaties gerichte geneeskunde en chirurgie, maar heeft daarna nooit kunnen evolueren naar een andere behandeling dan noodgevallen. Dag in dag uit zijn alle 300 bedden van het ziekenhuis bezet met zwaargewonden."
Vanaf het begin van AZG’s interventie in april 2003 tot vandaag hebben de chirurgen aan één stuk door oorlogswonden verzorgd. Daarnaast werden in de AZG-structuren meer dan 3.500 slachtoffers van seksueel geweld verpleegd, in leeftijd variërend van 8 maanden tot 80 jaar.
De grote moeite die het kost om reële en efficiënte hulp te bieden aan een groot deel van de bevolking die in uiterst precaire omstandigheden moet overleven, is een dagelijkse realiteit voor de hulpverleners. Op dit ogenblik is er voor de 100.000 ontheemden in het district maar heel weinig – en op sommige plaatsen helemaal geen - hulp beschikbaar.
AZG legt hiermee de vinger op een dubbele wonde: de meerderheid van de burgerbevolking geniet geen enkele doeltreffende bescherming en heeft evenmin toegang tot humanitaire hulp. Dit probleem wijst in de eerste plaats op het falen van de hoofdrolspelers in het conflict, maar tevens op het falen van de hele internationale gemeenschap, ondanks haar ontegenzeggelijke inspanningen en de omvangrijke middelen die zij hierbij heeft ingezet.