AZG breidt hulpverlening uit

Artsen Zonder Grenzen maakt zich klaar om in alle 15 de kampen in en rond de stad Vavuniya aan de slag te gaan.

Daar zitten zo’n 30.000 mensen die het geweld in noordelijk Sri Lanka ontvlucht zijn. De organisatie verdeelt er nu al voedsel en andere hulpgoederen in tien kampen. In het ziekenhuis van Vavuniya opereerde een chirurg van de organisatie 144 patiënten, samen met een team van lokale chirurgen.
De voorbije week kregen meer dan 2.500 mensen voedselsupplementen. Artsen Zonder Grenzen verdeelt rantsoen met een maïs-soja mengeling, suiker en olie en focust op kinderen jongeren dan vijf, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
“Mensen leefden onder moeilijke omstandigheden in het het conflictgebied, met weinig voedsel. Nu ze in veilig gebied zijn, moeten we extra voedsel geven aan wie dat het meest nodig heeft. De supplementen geven dagelijks 500 extra calorieën en dat maakt een groot verschil in deze situatie,” legt Annemarie Loof, terreinverantwoordelijke, uit.
Artsen Zonder Grenzen deelt ook geld uit aan families die dringend basisvoorwerpen voor huishouden en hygiëne nodig hebben. De meeste mensen hebben alles achtergelaten in Vanni toen ze moesten vluchten.

Meer medische personeel staat klaar

“Het was verschrikkelijk. Elke dag werden er mensen gedood. We hadden geen water, geen voedsel, geen medicijnen,” vertelt de moeder van een familie die gevlucht is. Haar dochter, die ziek is, en haar zoon, die gewond werd dood kogels, zijn in het ziekenhuis opgenomen. “We hadden niet veel geld meer. Toen mijn dochter ziek werd, zeiden we dat we de bunker moesten verlaten om medicijnen te zoeken. Dat was heel gevaarlijk. We vroegen elke dag aan mijn echtgenoot wat er met ons ging gebeuren. Zouden we daar allemaal sterven?”
Op dit moment organiseert het Ministerie van Gezondheid de medische hulp in de kampen. Daarom heeft de regering artsen gedetacheerd van verschillende andere medische structuren. Maar dat is maar een tijdelijke oplossing, want het legt extra druk op de andere structuren. Artsen Zonder Grenzen heeft twee artsen en twee verpleegkundigen klaarstaan om in mobiele hulpposten te werken, voor als er meer mensen in de kampen toekomen of het Ministerie om hulp vraagt.

144 operaties in 1 week

In het ziekenuis van Vavuniya, de belangrijkste faciliteit voor dringende medische hulp, werden vorige week 144 mensen geopereerd. 107 onder hen werden geopereerd voor verwondingen die ze opliepen door het geweld. Een chirurg van Artsen Zonder Grenzen werkt samen met twee Sri Lankaanse collega’s van het Ministerie van Gezondheid.
De organisatie is nog op zoek naar een anaesthesist en ander medisch personeel. Ze voorzag het ziekenhuis ook van 100 matressen en sets beddengoed, voor een toestroom van nieuwe patiënten.

Minder mensen verlaten het conflictgebied

De voorbije twee weken was er een stijging van het aantal burgers dat er in slaagde aan het geweld te ontsnappen. Maar de laatste dagen is hun aantal aanzienlijk gedaald. Artsen Zonder Grenzen blijft proberen om de 200.000 mensen in Vanni te bereiken en dringt er bij beide strijdende partijen op aan om alles in het werk te stellen om de veiligheid van de burgerbevolking te garanderen.
“Ik huil niet omdat ik pijn heb, maar omdat mijn broers en zussen in het oorlogsgebied zijn achtergebleven,” vertelt een meisje van 15 dat erg zwaar gewond raakte door het geweld. Haar moeder is, zoals veel andere mensen die in regeringsgebied terecht kwamen, in een transitkamp gebleven. Ze is wanhopig op zoek naar haar familie.