Arjan Erkel – meer dan 14 maanden gevangenschap
Op 22 oktober zei Franco Frattini, de Italiaanse minister van Buitenlandse zaken, tijdens een zitting van het Europees Parlement, dat hij de Russen zal aanspreken over de bevrijding van Arjan Erkel. Italië heeft op dit ogenblik het voorzitterschap van de Europese Unie. Erkel was landverantwoordelijke voor AZG in Dagestan en werd ontvoerd op 12 augustus 2002.
Italië zal als voorzitter van de EU de kans krijgen om de zaak Erkel ten berde te brengen tijdens de komende EU-Rusland top, die onder andere over de situatie in Tsjetsjenië zal gaan. Deze top vind plaats in Rome op 6 november 2003. Volgens EU-parlementariër Bart Staes is de verklaring van Frattini een “boodschap van hoop”. Hij vroeg de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken de zaak van Arjan ook te vermelden tijdens diens gesprek met Igor Ivanov, zijn Russische collega, op 28 oktober.
Igor Ivanov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, zei tien dagen geleden tijdens een officieel bezoek aan Zwitserland dat Arjan nog in leven is en dat Rusland al het mogelijke doet om zijn vrijlating te verzekeren.
Sinds mei 2003 bevestigen de Russische autoriteiten dat Arjan nog leeft. AZG heeft hiervan bewijzen gezien. Het eerste teken van leven werd naar Nederlandse ambtenaren gestuurd einde maart, meer dan zeven maanden na de ontvoering. Het gaat om twee foto’s en twee handgeschreven brieven van Arjan. Eind juli werd opnieuw een teken van leven ontvangen.
Op 16 januari 2003 werd een eerste resolutie goedgekeurd tijdens de plenaire zitting van het Europees Parlement, waarbij de Russische regering werd opgeroepen om “maximale inspanningen te leveren om de snelle vrijlating van dhr. Erkel te verzekeren, een humanitaire medewerker van AZG, die in de regio ontvoerd werd”. Tijdens de plenaire zitting van 3 juli 2003 riep het Europees Parlement de Russische overheid op “hun inspanningen op te voeren om Arjan Erkel te vinden en te bevrijden.”