Sociale media

  • NL
Open the menu

“We leven nog altijd met de daver op het lijf”


In Meulaboh, aan de westkust van Atjeh, Indonesië, is de ravage die de tsunami bijna negen maanden geleden aanrichtte, nog steeds duidelijk te zien. De vroegere stad is herschapen in één grote ruïne die zich uitstrekt tot aan de kust. De meeste overlevenden hebben inmiddels wel een dak boven hun hoofd, ook al is het slechts voorlopig, en er is voedsel, zuiver water en medische zorg. Veel mensen zijn er innerlijk echter even erg aan toe als de stad waar ze tot die bewuste 26 december woonden. Vandaar dat Artsen Zonder Grenzen haar programma’s geestelijke gezondheidszorg voor getraumatiseerde overlevenden uitbreidt. We hadden daarover een gesprek met psychiater Renato Souza, die de programma’s ontwikkelt.

In wat voor situatie bevinden deze mensen zich?
Voor veel mensen blijft de omvang van de ramp ondraaglijk. Neem het voorbeeld van een moeder uit Meulaboh. Ze woonde samen met haar man, hun vier kinderen en haar schoonmoeder in een bescheiden huis aan de kust. Tot ze op een perfect normale decemberdag in enkele minuten alles verloor wat ze had. Ze was de enige die het er levend afbracht: het huis en alles errond werd vernield. Keer op keer werd ze omgeven door water, ze vreesde voor haar leven. Ze probeerde één van haar kinderen vast te houden om het te redden, maar het mocht niet baten. Vandaag verblijft ze in een tijdelijk kamp waar iedereen dicht op elkaar zit, zonder enige privacy. Ze kan geen geld verdienen, waardoor ze volledig afhankelijk is van de hulp van anderen. Zo’n vrouw kan volledig ongedeerd zijn en er uiterlijk perfect gezond uitzien, maar zelfs een sterke psyche maakt weinig kans om zo’n aaneenschakeling van stressfactoren heelhuids door te komen. En het geval dat ik zonet beschreef, is zeker geen tragische uitzondering. Duizenden mensen zijn gewoon alles en iedereen verloren.
Op welke manier eist die psychische belasting haar tol?
Sommige overlevenden hebben na zo’n traumatische ervaring geen greep meer op hun dagelijks leven. Zelfs kleine dingen zoals het geluid van een motor of een windvlaag kunnen de herinneringen aan de tsunami weer naar boven brengen, met hevige hartkloppingen of paniekaanvallen tot gevolg. Aardschokken zijn hier nog altijd dagelijkse kost, en veroorzaken paniek alom.
In één van de kampen ontmoette ik mensen die nog altijd midden in de nacht wakker schieten en hun tent verlaten om een zogezegd veiliger, hoger gelegen plek te zoeken, uit schrik voor een nieuwe tsunami. Wie maandenlang met dit soort spanning zit en op elk moment geneigd is om te rennen voor zijn leven, raakt vroeg of laat volledig uitgeput, zowel lichamelijk als geestelijk. De mannen gaan weer uit vissen en de vrouwen doen opnieuw het huishouden zoals vroeger, maar de mensen zeggen: “We zijn nog niet de oude: we zijn zeer vermoeid en leven nog altijd met de daver op het lijf.”
Is er enige informatie over hoeveel overlevenden met psychologische problemen kampen?
Uit een studie in sommige kampen blijkt dat acht op de tien ontheemden zware stresssymptomen vertonen. Over het algemeen hebben de jongeren meer last. Dat kan ook andere oorzaken hebben dan de tsunami, zoals de tien jaar durende burgeroorlog, die een ingrijpende impact had in het gebied waar we de studie uitvoerden. Maar wat de oorzaken ook zijn, één ding staat vast: er is een enorme nood aan begeleiding.
AZG concentreert zich op die groepen die volgens ons het zwaarst getroffen zijn door de tsunami, vooral dan de mensen in de ontheemdenkampen. Velen onder hen verblijven daar noodgedwongen omdat ze alles kwijt zijn, anderen zijn te bang om terug te keren naar hun kustdorp, uit vrees voor een nieuwe tsunami.
Op welke manier biedt AZG hulp?
Onze teams bestrijden in de eerste plaats symptomen zoals angst, nachtmerries, eetstoornissen, slapeloosheid, hartkloppingen en hoofdpijn. Ze organiseren elke week groepssessies waar de deelnemers hun verhaal kunnen doen, en gaan na op welke manier dergelijke klachten samenhangen met het opgelopen trauma.
Psychologen en psychosociale begeleiders helpen de deelnemers om hun angst in vraag te stellen en te beheersen. Zo weigeren sommige ouders hun kinderen naar school te sturen tijdens stormachtige dagen, uit angst voor een nieuwe tsunami. We vragen hen dan om terug te denken aan 26 december 2004, want die dag was er helemaal geen storm. Tegelijk leggen we hun uit hoe een tsunami ontstaat en geven we hun rationele adviezen om te leren omgaan met hun angst en paniek. Sommigen worden ’s nachts badend in zweet wakker, bevreesd als ze zijn dat er zich opnieuw een tsunami zal voordoen. Hen moedigen we aan om buiten een kijkje te gaan nemen of hun buur te wekken, om er zich van te vergewissen dat alles ok is. Daarbij horen ook ademhalings- en ontspanningsoefeningen, zodat de mensen hun stressklachten beter onder controle krijgen.
Welke successen zijn er al geboekt?
Geestelijke gezondheidszorgprojecten zouden de mensen in de eerste plaats moeten leren omgaan met hun stresssymptomen. Sommigen hebben zulke vreselijke dingen beleefd dat ze er misschien nooit meer bovenop komen. Toch kunnen we anderen strategieën helpen ontwikkelen om hun trauma te overwinnen, zodat ze makkelijker weer de draad van hun leven kunnen opnemen. Uit de eerste voorlopige gegevens blijkt dat 45 procent van onze cliënten zich aanzienlijk beter voelt, terwijl heel wat mensen nog altijd in behandeling zijn. Onze programma’s zijn dus wel degelijk doeltreffend, ook al hebben velen nog een lange weg af te leggen.
AZG in Atjeh: nadruk op psychologische begeleiding
Negen maanden na de ramp concentreert AZG zich in Atjeh op psychologische begeleiding van de overlevenden. Meer dan 10.000 getroffenen hebben psychosociale en psycho-educatieve groepssessies gevolgd in Meulaboh en Lamno (westkust), Sigli en Lhokseumawe (noordkust) en de provinciehoofdstad Banda Atjeh. Indonesische en internationale psychologen blijven elke maand individuele behandelingen geven aan meer dan 350 patiënten.
Hoewel er vandaag op veel plaatsen medische hulp beschikbaar is, blijft het AZG-personeel de bestaande gezondheidsstructuren ondersteunen en blijven mobiele teams patiënten behandelen in dorpen en ontheemdenkampen. De teams leveren ook basisgezondheidsdiensten in afgelegen gebieden, waar de mensen nauwelijks toegang hebben tot medische zorg door het conflict tussen de rebellen en de regering. AZG zette na de noodfase de uitdeling van hulpgoederen stop en heeft ondertussen de meeste water- en saneringsprogramma’s overgedragen aan andere organisaties.