“De helft van alle malariapatiënten zijn kleine kinderen”
In juli 2004 besliste AZG haar behandelingsprotocol voor malaria in al haar projecten in de Democratische Republiek Congo (DRC) te vervangen door een meer doeltreffende behandeling: ACT’s. Dr. Elise Van Belle trok naar Congo om dit nieuwe protocol te implementeren en de onderhandelingen met de Congolese autoriteiten vlotter te doen verlopen. Ze is ondertussen terug in België, en we ontmoetten haar naar aanleiding van de Afrikaanse Malariadag.
Wat was je opdracht in Congo?
Zowel in de DRC als in andere landen waar malaria endemisch is, stellen we vast dat de patiënten steeds meer resistent worden tegen de traditionele malariabehandelingen. Vandaar dat AZG besliste om het behandelingsprotocol te vervangen door doeltreffendere geneesmiddelen, nl. combinatietherapieën op basis van artemisinine (ACT, of Artesenate Combination Therapy). Ik kreeg de opdracht dit nieuwe malariamiddel te introduceren in de AZG-projecten in de DRC. Dat is wat we tussen november 2004 en januari 2005 hebben gedaan, in samenwerking met het Nationale Antimalariaprogramma (PNLP, Programme national de lutte contre le paludisme). In februari 2005 besloot de Congolese regering het nationale behandelingsprotocol te vervangen en over te schakelen op ACT’s. Het Wereldfonds voor de bestrijding van aids, tuberculose en malaria heeft daarbij een concreet doel vooropgesteld: het aantal malariapatiënten tegen 2006 met 30% verminderen.
Hoeveel malariapatiënten behandelt AZG?
Dankzij betere diagnose-instrumenten hebben we vastgesteld dat van de 70.000 patiënten die elke maand behandeld worden in de 65 Congolese gezondheidscentra die AZG ondersteunt, ongeveer één op de vijf malaria had. De helft hiervan waren kinderen onder de vijf jaar. Het was belangrijk om over goede diagnosemiddelen te beschikken, om te vermijden dat patiënten die aan andere aandoeningen lijden, een antimalariabehandeling krijgen. Dat bevordert immers hun resistentie tegen de geneesmiddelen.
Wat zijn de belangrijkste hinderpalen bij het gebruik van ACT’s in Congo?
De ACT die we in het nieuwe protocol gebruiken, is een combinatie van artesunaat en amodiaquine, waarvoor er momenteel niet echt een productieprobleem is. Het grootste probleem in de DRC is echter het gebrek aan zowel menselijke als logistieke middelen. In de eerste plaats moeten er meer verpleegkundigen vertrouwd gemaakt worden met de malariaproblematiek. Congo is een gigantisch land, en bepaalde gebieden zijn bijzonder moeilijk toegankelijk. Vooral in de Evenaarsprovincie zijn heel wat plaatsen alleen bereikbaar met een prauw of per motor. Dat leidt uiteraard tot zware problemen bij de distributie van de geneesmiddelen.
Hoe hebt u de bevolking geïnformeerd over deze nieuwe behandeling?
Naar aanleiding van de lancering van de ACT’s voerde AZG een sensibiliseringscampagne in alle gezondheidszones waar we actief zijn. In elk van die zones verspreidden een medisch team en Congolese medewerkers deze boodschap in de plaatselijke gemeenschappen en informeerden ze via de gezondheidscomités de bevolking over het juiste gebruik van de nieuwe therapie. Zo legden ze uit dat de tabletten misselijkheid kunnen veroorzaken en dat je ze beter inneemt met wat voedsel. Dat zijn eenvoudige dingen, maar gedrag is moeilijk te veranderen. Toch heeft de campagne resultaten opgeleverd.
Wat is de bedoeling van de “Afrikaanse Malariadag”?
Eraan herinneren dat een gemakkelijk te behandelen ziekte die bij ons niet bestaat, de belangrijkste doodsoorzaak blijft bij Afrikaanse kinderen. Een groot deel van de bevolking heeft immers geen toegang tot doeltreffende medicatie, terwijl die wel degelijk bestaat.