Natuurrampen, conflicten en ziektes stoppen niet voor COVID-19. Wij ook niet.
Medische hulp bieden in meer dan 70 landen ter wereld is voor onze teams een enorme uitdaging geweest het afgelopen jaar. Want terwijl we de wereldwijde COVID-19-respons zo goed mogelijk ondersteunden, was het tegelijkertijd onze prioriteit om ook de zorg voor àl onze patiënten op een veilige manier voort te zetten.
De meest kwetsbaren eerst
De uitbraak van COVID-19 in maart bracht van bij het begin een nieuwe uitdaging met zich mee: we zouden meteen werken in zorginstellingen en met patiënten die voor onze teams nieuw waren. We moesten ons niet enkel snel en efficiënt aanpassen aan een onbekende ziekte, maar ook aan een andere manier van werken.
In elk (nieuw) project waar we werken, vragen we ons telkens af: welke kwetsbare mensen hebben eerst en vooral onze zorg nodig? Overal ter wereld bleken tijdens de pandemie dezelfde mensen (het meest) uitgesloten van zorg: bewoners van woonzorgcentra, vluchtelingen in overbevolkte kampen en mensen zonder een dak boven hun hoofd.
- Voor het eerst werkten we samen met het zorgpersoneel van woonzorgcentra. Niet enkel in België, maar ook in landen als Spanje of de Verenigde Staten, gaven we het personeel training in infectiepreventie en -controle en boden we hen psychologische ondersteuning. Al in maart konden we bijleren over COVID-19 via onze projecten in België. De ervaring en kennis die we hier hadden opgedaan, konden we later toepassen in andere landen.
- We bekommerden ons over mensen op straat in België, maar tevens in Frankrijk of Brazilië. Om ook hen de kans te geven zich te isoleren en hen te kunnen doorverwijzen naar de juiste zorg, richtten we medische opvangcentra op voor bevestigde of vermoedelijke COVID-19-patiënten onder de dakloze bevolking.
- Even groot was onze zorg voor de duizenden vluchtelingen in overbevolkte kampen in oa. Griekenland of Bangladesh. Ook daar werkten we aan isolatiemogelijkheden, goede hygiënische omstandigheden en een snelle doorverwijzing om de verspreiding van COVID-19 in de kampen zo goed mogelijk tegen te gaan.
Onze essentiële zorg draaiende houden
Overal ter wereld moesten we tekorten aan zorgpersoneel opvangen. Net als in België, raakten veel dokters en verpleegkundigen ofwel zelf ziek of waren ze net als veel onze patiënten bang om juist in de zorgcentra besmet te raken. Een enorme uitdaging die onze teams aangingen overal ter wereld:
- Er kon amper nieuw personeel worden ingevlogen. Gelukkig konden we rekenen op de tomeloze inzet van vooral ons nationaal personeel ter plekke om in de bres te springen voor onze patiënten. Zij bleven langer dan voorzien werken, namen extra taken op zich of werkten in verschillende projecten tegelijk. Zo konden we de voornaamste personeelstekorten opvangen en onze projecten continu laten draaien.
- In het merendeel van onze projecten en centra konden we vrij snel heel strikte maatregelen in infectiepreventie op poten zetten. Daardoor konden onze teams de meest essentiële zorgen verder zetten en onze patiënten op een veilige manier blijven verzorgen.
- Niet enkel moesten onze teams zorgen dat we de basiszorg konden blijven garanderen voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, ook onze gespecialiseerde zorg en onze noodhulp in conflictgebieden of na een natuurramp - zoals de explosie in Beirut of de overstromingen in Zuid-Soedan - moesten we koste wat het kost blijven aanbieden.
- We zetten nóg meer in op gezondheidspromotie om de mensen uit te leggen hoe ze besmetting met COVID-19 konden vermijden, hoe en waar ze zich konden laten testen, isoleren en behandelen voor COVID-19. Essentieel was ook om onze patiënten te tonen dat ze voor alle andere ziektes en aandoeningen op een veilige manier behandeld konden worden in onze centra.
- We ontwikkelden nieuwe, online tools om meer patiënten op een veilige manier te kunnen bereiken, zoals platformen voor de opvolging van onze hiv-patiënten in Zuid-Afrika of de digitale informatiecampagnes rond COVID-19 waarmee we in Irak meer dan 1 miljoen mensen konden bereiken.
Medische cargo's om het tekort aan materiaal op te vangen
Het sluiten van de grenzen was één van de grootste uitdagingen voor onze teams tijdens de pandemie. Omdat er vooral in landen in crisis een nijpend tekort was aan beschermend en medisch materiaal om gepast te reageren op COVID-19, hebben we noodcargo's geregeld in landen als Jemen, Burkina Faso, Mali, Zuid-Soedan, Venezuela of de Democratische Republiek Congo.
- In Jemen hebben we via 3 cargovluchten in totaal zo’n 120 ton medisch materiaal kunnen invliegen. Aan boord? Beschermende kledij, chirurgische maskers, zuurstofconcentrators en beademingsmateriaal.
- In het noordoosten van Syrië hebben we een waterstation geïnstalleerd in de stad Hasakah. Zo konden we ongeveer een derde van de bevolking toch voorzien van drinkbaar en veilig water om de handen te kunnen wassen tijdens de pandemie.
levensbelangrijk: Onze continue zorg voor malaria-, hiv-, tuberculose- en mazelenpatiënten
Van bij het begin van de pandemie wilden we absoluut onze basisgezondheidszorg én onze gespecialiseerde zorg kunnen voortzetten. In vele landen dreigde COVID-19 de respons op oa. hiv, tuberculose, mazelen en malaria ernstig te verstoren. We moesten dus onze aanpak afstellen op een nieuwe realiteit en enkele innovaties introduceren.
- Onze hiv/tuberculose-zorg verderzetten was voor onze teams in Zuid-Afrika een absolute prioriteit. In de provincie KwaZulu-Natal verdeelden we levensreddende ARV-geneesmiddelen via 21 verdeelpunten én brachten we met mobiele klinieken de geneesmiddelen naar de patiënten, op een veilige manier.
- We slaagden erin om de grootschalige vaccinatiecampagne tegen de mazelen in de Democratische Republiek Congo te laten doorgaan. Een topprioriteit voor onze teams daar, te midden de grootste mazelenepidemie in het land ooit. Zeker gezien de mazelen nog steeds doodsoorzaak nummer één zijn in het land voor kinderen onder de 5 jaar. Gezondheidspromotors reisden mee met het team om alles veilig te laten verlopen en de lokale gemeenschappen meteen ook in te lichten over de gevaren van COVID-19.
- Ook onze respons op malaria in de Centraal-Afrikaanse Republiek wilden en konden we niet uitstellen. We lanceerden eerst een informatiecampagne op de radio, waarna we deur aan deur gingen met preventieve medicatie. Enkel zo konden we grote bijeenkomsten van mensen vermijden, cruciaal voor de veiligheid van onze patiënten én gezondheidsmedewerkers. Deze manier van campagne voeren, kost ons meer tijd en geld, maar is wel heel efficiënt en vooral veilig gebleken. In andere Afrikaanse landen organiseerden we gelijkaardige malariacampagnes.
- Natuurlijk bleef ook onze gespecialiseerde zorg voor andere ziektes draaien: van ons thalassemieproject in Libanon, tot ons project tegen lassakoorts in Nigeria.
We kijken samen vooruit naar 2021
2020 was ook voor onze teams een jaar vol obstakels en aanpassingen. Maar we werkten keihard om voor elke uitdaging door COVID-19 een oplossing te vinden. Een volledig overzicht van al onze COVID-19- en andere activiteiten in de afgelopen 9 maanden, vind je hier en hier. (enkel in het Engels verkrijgbaar).
Ook volgend jaar blijven we vastberaden verder werken om nieuwe obstakels te overwinnen, onze aanpak te blijven innoveren en de meest kwetsbare mensen onze beste medische zorgen te blijven geven. De eerste prioriteit voor onze teams in 2021 blijft om de COVID-19-respons te ondersteunen en te versterken. Tegelijkertijd blijven we onze bestaande activiteiten uitbreiden en zullen we nieuwe projecten openen om doorheen het jaar snel en gepast te kunnen blijven reageren op (nieuwe) noodsituaties.
Enkele van onze grootste prioriteiten voor 2021:
- Reageren op epidemieën blijft een prioriteit. We voorzien nog meer middelen voor urgente interventies om snel en efficiënt te kunnen reageren. Na een verstoorde uitbraakrespons en uitgestelde vaccinatiecampagnes tijdens COVID-19 verwachten we in 2021 een groot aantal uitbraken van ziektes als cholera, malaria, mazelen, gele koorts...
- Traumazorg versterken. In Gaza bijvoorbeeld, breiden we ons bestaand project uit met reconstructieve chirurgie en chirurgie voor kinderen.
- We richten nog meer medische aandacht op slachtoffers van (seksueel) geweld en foltering.
- Ook moeder- en kindzorg blijft essentieel: zo openen we nieuwe projecten rond reproductieve zorg in Mali en Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek), terwijl we natuurlijk ook goed draaiende kraamklinieken als in Khost (Afhganistan) nog verbeteren.
- Vooral in landen in de Hoorn van Afrika en de Sahel volgen we ondervoeding nauwlettend op in projecten met therapeutische voeding.
Dit zijn maar enkele van de medische projecten die we plannen in 2021. En vooruitkijken, dat doen we samen met jullie, want enkel dankzij jullie steun kunnen we onze patiënten in nood blijven bijstaan.
Wij gaan door, samen. Bedankt voor jullie vertrouwen en steun.