Voedselcrisis in Niger AZG vraagt andere hulporganisaties zich ook te mobiliseren
AZG voert haar hulp voor de ernstig ondervoede inwoners van Niger drastisch op en vraagt andere hulporganisaties zich eveneens te mobiliseren. Het aantal ondervoede kinderen bereikt een abnormaal hoog niveau voor deze periode van het jaar. Deze alarmerende situatie dreigt snel nog te verergeren.
Sinds het begin van dit jaar werden al meer dan 3.000 zwaar ondervoede kinderen opgenomen in het voedselprogramma van Artsen Zonder Grenzen in de regio Maradi, in het oosten van Niger.
Het aantal opnames ligt dit jaar drie maal hoger dan in dezelfde periode van de vorige jaren en is zeer verontrustend. De families hebben nu reeds een voedseltekort terwijl de volgende oogst pas voorzien is in oktober. De nutritionele situatie zal nog verslechteren indien er niet snel een hulpactie wordt opgestart.
Om de toevloed aan nieuwe gevallen te kunnen opvangen, heeft Artsen Zonder Grenzen reeds een tweede voedingscentrum in de regio Maradi geopend. De opening van een derde centrum in de regio Tahoua is eveneens voorzien. Over een maand zouden er 500 extra bedden moeten zijn voor de hospitalisatie van de ziekste patiënten. Tegelijk wordt een netwerk van 13 consultatiepunten geïnstalleerd om kinderen die thuis verzorgd kunnen worden, op medisch vlak en qua voeding op te volgen.
Om deze beginnende voedselcrisis het hoofd te bieden, past Artsen Zonder Grenzen haar programma aan en worden de capaciteiten opgevoerd. We verwachten in het totaal ongeveer 20.000 ernstig ondervoede kinderen te verzorgen. Naast verzorging van de ondervoede kinderen in de voedingscentra en de consultatiepunten, zullen ook voedselrantsoenen worden uitgedeeld aan de families van de kinderen waar we zorg voor dragen. Er werd reeds 850 ton voedsel besteld, inclusief therapeutische voeding en rantsoenen voor de families. De eerste 40 ton kwam op maandag 18 april in Niamey aan.
Ter vergelijking, en om de ernst van de situatie aan te tonen: in 2004 behandelde Artsen Zonder Grenzen in al haar programma’s samen 30.000 ondervoede kinderen. Sinds 2003 werd een verergering van de situatie vastgesteld.
Onderzoek dat werd verricht in de regio’s Maradi, Tahoua en Tillaberi zal ons in staat stellen om de omvang van de voedingsproblemen nauwkeuriger te bevatten. Toch roept Artsen Zonder Grenzen vandaag al alle humanitaire actoren op om zich te mobiliseren en zo een grotere voedingscrisis te vermijden. Haar hulpacties voor de ondervoede kinderen en families zullen onvoldoende impact hebben tenzij er snel algemene voedselbedelingen worden opgestart voor de bevolking van de meest getroffen gebieden.
Dinsdag 19 april stuurde AZG-België nog een verkenningsteam naar Zinder in het zuidoosten van het land. Het team zal er de voedselsituatie evalueren en beslissen of ook hier een programma voor ondervoede kinderen moet worden geopend.