Opnieuw leren leven na een verkachting
Grégoire Gansou, psychiater, vertelt over zijn werk en de opvang van Congolese vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel geweld.
Tijdens het conflict dat van 1998 tot 2000 woedde, werd de Congolese bevolking het slachtoffer van systematische gewelddaden. Er werd op grote schaal verkracht, voornamelijk door de militairen. Ondanks een ogenschijnlijk teruggekeerde rust, houdt deze praktijk aan in een sfeer van algemene onverschilligheid. Sinds twee jaar bekommert AZG zich in het ziekenhuis van Makelele in Brazzaville om vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel geweld. Zij kunnen er terecht voor medische consultaties, psychologische steun, sociale en juridische bijstand. Psychiater Grégoire Gansou vertelt ons over zijn werk bij en voor deze vrouwen.
Ik werk sinds maart 2001 in het project "Slachtoffers van Seksueel Geweld" dat AZG opzette in het ziekenhuis van Makelele en ik ben verantwoordelijk voor een team van vier personen : een arts, twee sociaal assistentes en een informaticus. Elke dag ontvang ik gemiddeld 5 of 6 patiëntes die het slachtoffer werden van een verkrachting.
De slachtoffers hebben geen typisch profiel
In vertrouwen de dialoog tot stand brengen
Tijdens het gesprek wil ik in de eerste plaats het vertrouwen winnen. Pas daarna vraag ik te vertellen wat er gebeurd is. Op dat moment komen de emoties naar buiten: de vrouwen voeren altijd een monoloog, sommigen huilen, andere stotteren. Ik observeer hun gedrag, hun houding, hun gelaatsuitdrukking. Aan de hand van deze tekenen en de gekozen woorden, kan ik mij een idee vormen van de impact en de diepte van het trauma. Ik laat hen uitspreken en daarna kom ik punt per punt in detail terug op wat er gezegd is. Mijn vragen zijn zeer precies en dat is uiteraard pijnlijk voor hen. Ik vraag hen uit te leggen wat de verkrachting veranderd heeft, wat de gevolgen en problemen zijn.
Ik betrek hen door hen te vragen om samen met mij na te denken over mogelijke oplossingen. Ik leg ook de nadruk op de medische behandeling, het belang van de geneesmiddelen. Ik verlicht hun angst. Hetzelfde geldt voor de psychologische gevolgen. Ik spreek hen over de verschijnselen die ze op middellange of lange termijn kunnen ervaren opdat ze er beter op voorbereid zouden zijn. Dit werk geeft hen de hoop dat alles in orde kan komen. Aan het einde van het gesprek is hun pijn er nog steeds, maar draaglijker. We kunnen ze niet laten vertrekken met hun leed en angst intact.
Wij zien deze vrouwen ten minste driemaal in 15 dagen. Als het trauma ernstig is, vraag ik hen om 72 uur na het eerste contact terug te komen en in de andere gevallen een week later. Deze eerste ontmoeting is een gelegenheid om te evalueren, gerust te stellen, te informeren en te waarschuwen. Ik beslis over de therapeutische werkrichting: een psychotroop voorstellen, relaxatie of heus gedragswerk (wanneer ze bij voorbeeld niet meer buiten durven, wanneer ze militairen of de plaats van de verkrachting vermijden), wat hen in staat stelt hun dagelijks leven te hervatten. Soms is een " cognitief " werk vereist (wanneer ze schuldgevoelens ontwikkelen, zich als overspelig beschouwen, hun eigenwaarde verliezen). Het gaat om een werk in de diepte met de bedoeling hen de gebeurtenissen anders te doen inzien. Ook een groepstherapie kan aangewezen zijn, wanneer men een probleem opspoort dat reeds voor de verkrachting bestond of erdoor verergerd werd. Wij roepen dan hun omgeving, familie of vrienden samen of gaan bij hen thuis indien nodig, om de zaken uit te leggen en de samenhang rond het slachtoffer te versterken.
Deze vertrouwensband is moeilijk tot stand te brengen. De vrouwen zijn meestal vrij terughoudend omdat psychiatrie en psychologie nu eenmaal niet ingeschreven zijn in de Afrikaanse cultuur. Zij hebben vaak geen besef van de mogelijke gevolgen van geestelijke traumata. Maar wanneer die band er eenmaal is, willen ze niet meer vertrekken en komen ze spontaan terug...
Aandacht voor minderjarigen
Eén slachtoffer op twee is minderjarig. Zij zijn vaak vergezeld van hun ouders en durven niet openlijk te praten. Ik stel hen voor te tekenen wat er gebeurd is of het na te bootsen met speelgoed en poppen. Sommigen zijn gesloten, geschokt. Ze aanvaarden niet wat er gebeurd is en ze willen het dus ook niet vertellen. Bij adolescenten komen de woorden " bevlekt ", " gescheurd " vaak terug. Ik ben bijzonder aandachtig voor deze gevallen en ik besteed er meer tijd aan omdat de inzet groot is: de vrees voor een seksueel leven later, de angst om geen verlangen of genot te ervaren, de angst om kinderen te maken, de afkeer voor mannen. Een verkrachting en de gevolgen ervan zijn een schok voor iedereen, volwassenen én kinderen, maar de gedwongen seksuele daad is nog traumatiserender bij een maagd.
Ouders van slachtoffers van verkrachting spelen een sleutelrol. Hun reactie tegenover het kind is belangrijk. Ze mogen niet indruisen tegen wat ik tracht te doen, maar moeten mijn partners worden. Straffen of verwerpen zijn uit den boze. Ik kan zelfs weigeren om het kind naar huis te laten terugkeren als ik de ouders niet gezien heb en als ik niet weet hoe het meisje opgevangen zal worden. Het mislukken van de therapie bij kinderen kan tot drama's leiden.
Leven na een verkrachting
Een verkrachting kan men niet vergeten of genezen, men kan alleen leren ermee te leven. De vrouw kan leren ermee om te gaan, de gebeurtenis te beheersen en opzij te zetten. Ervoor zorgen dat de verkrachting geen handicap wordt in het dagelijks leven. Ik weet dat ik mijn werk heb gedaan wanneer ik vooruitgang vaststel tijdens onze gesprekken: een glimlach die terugkomt, een meer ontspannen houding, de manier van praten... Zolang ik niet tevreden ben over het resultaat, gaat de therapie door. De dag dat het slachtoffer nieuwe plannen maakt, haar activiteiten hervat, ons alleen komt opzoeken, kunnen we besluiten dat ze het beter maakt. Ik houd mij momenteel bezig met een evaluatie van patiëntes die ik voor het laatst 6 maanden of een jaar geleden heb gezien om te weten hoever ze staan. De resultaten zijn zeer positief.
Alle gevallen zijn pakkend, maar sommige doen mij walgen: wanneer het fysiek geweld gepaard gaat met zinloze folteringen. Ook het gebrek aan reactie vanwege de autoriteiten maakt me kwaad, maar ik mag mijn gevoelens niet tonen aan de patiënten. Ik ben er om hen gerust te stellen, te kalmeren. De enige gevoelens die ik mij permitteer hebben een therapeutisch doel : de vreugde vast te stellen dat ze het beter maken, hen feliciteren en aanmoedigen.
De tussenkomst van AZG: van medische en psychologische verzorging tot sociale en juridische bijstand
AZG heeft werkelijk een educatieve rol te spelen: leren rekening te houden met de gevolgen voor het slachtoffer, iedereen doen beseffen dat een verkrachting een misdaad is en dat men de slachtoffers niet mag stigmatiseren, omdat de families niet zelden slecht reageren. Ook de ouders lijden, maar ze drukken hun leed vaak onhandig uit. Via woede tegenover hun kind dat niet voorzichtig zou geweest zijn, niet geluisterd zou hebben...
Onze tussenkomst moet evolueren, met name in het kader van sociale bijstand. We hebben bij voorbeeld een pilootproject gelanceerd: 30 vrouwen werden gedurende drie maanden opgeleid om zakken te weven die ze kunnen verkopen. Een echt succes. Ze hebben een beroep geleerd - 70% van de slachtoffers hebben geen enkele scholing - en dat stelt ons in staat contact te houden met hen, hen te volgen en de dynamiek van de groep te observeren, de verhoudingen moeders-kinderen die uit de verkrachting worden geboren... Ik heb ingezien dat sommigen nog moesten geholpen worden. Dit project leverde betere resultaten op doordat het als een volwaardige groepstherapie werkte. De vrouwen hebben wat geld verdiend en hun eigenwaarde is gesterkt. Vandaar dat ik wens dat ze zich als een onafhankelijke vereniging zouden organiseren, die ook zou openstaan voor andere vrouwen, niet alleen slachtoffers van seksueel geweld.
Ook het juridische luik van dit programma moet evolueren. Slechts 30% van de slachtoffers dient klacht in. Wanneer de verkrachter een militair is, liggen de zaken nog moeilijker. De vrouwen zijn fatalistisch en denken dat gerechtelijke stappen weinig zullen opleveren. Ze voelen zich geremd door de heersende corruptie, de kosten en de duur van een procedure, het gewicht van de bureaucratie. Ze hebben geen enkel vertrouwen in het systeem. Wij moeten hen aanmoedigen, hen aantonen dat het wel mogelijk is: de 10 gevallen die wij verdedigen zullen allemaal voor de rechtbank komen. De enige vraag is over hoeveel tijd de daders berecht zullen worden. Maar de erkenning en het herstel van hun leed heeft ook een niet te onderschatten therapeutische impact. Het is deze complementariteit en deze interactie tussen de verschillende actieluiken die dit programma zo waardevol maken.
Vandaag heerst er in Congo geen respect meer voor de wetten, het sociaal kader of de stabiele familie. Zolang politiek geweld, armoede en laksheid de regel blijven, hebben verkrachters helaas nog veel " mooie dagen " voor zich...