Het noorden van Burundi vecht tegen malaria
In Burundi heerst sinds begin dit jaar een grote malaria-epidemie. Teams van AZG bestrijden de ziekte samen met de overheid, door patiënten te behandelen en muskietennetten te verdelen.
Malaria wordt verspreid door muggen en door de hevige regenval in het noorden van Burundi eind 2009, zijn er daar op dit moment bijzonder veel van. Het resultaat is een epidemie van malaria in de noordelijke provincies Kayanza, Ngozi en Karuzi. De Burundese overheid vroeg Artsen Zonder Grenzen om hulp om de epidemie bestrijden. Artsen Zonder Grenzen stuurde dan ook een noodhulpteam naar de getroffen provincies. Het noodhulpteam ontplooide een strategie met drie luiken om de bevolking bij te staan. De lokale ziekenhuizen worden ondersteund, mobiele hulpposten zoeken in de dorpen naar patiënten, en muskietennetten worden verdeeld om meer besmettingen te voorkomen. Elke mobiele hulppost – er zijn er 16 in totaal – bezoekt twee tot drie keer per week een heuvel. Patiënten met koorts kunnen zich dan gratis laten onderzoeken en krijgen indien nodig de juiste medicatie. Ernstige gevallen worden doorverwezen naar het ziekenhuis van de provincie. De mobiele hulpposten onderzochten zo al meer dan 32.000 mensen. Meer dan zeventig procent van hen bleek aan malaria te lijden. De mobiele hulpposten zijn een belangrijk hulpmiddel om de bevolking, die verspreid leeft in soms weinig toegankelijk heuvelgebied, te kunnen bereiken. Lepeta is 65 en woont alleen op de heuvel Rukago. Sinds kerstavond heeft ze al drie keer malaria gekregen, en sinds een tiental dagen is ze opnieuw ziek. Omdat ze de behandeling niet nog eens betalen, bleef ze gewoon thuis. Uiteindelijk nam haar zoon haar mee naar een mobiele hulppost van Artsen Zonder Grenzen, achterop zijn fiets. Daar werd ze meteen doorverwezen naar het ziekenhuis van Kayanza, omdat ze aan een erg ernstige vorm van malaria leed. Op weg naar het ziekenhuis viel Lepelate in een coma, maar ondertussen is ze herstelt ze goed.