Eerste tekenen van ondervoeding bij vluchtelingen AZG doet dringende oproep voor VN-interventie
De eerste tekenen van ondervoeding worden zichtbaar onder de vluchtelingenbevolking in Goré, Tsjaad, op 25 kilometer van de grens met de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR). Tijdens een recente voedselevaluatie die AZG uitvoerde, bleek dat 30% van de kinderen jonger dan vijf "het risico loopt op acute ondervoeding". Maar voedsel is er nog steeds niet.
Chris Verhecken, urgentiecoördinator bij AZG, legt uit dat "sinds maart de vluchtelingen in totaal 8kg graan per persoon hebben ontvangen: dat is minder dan één derde van de benodigde hoeveelheid. Er zijn geen zaden om te planten en er is geen voedsel om te eten. Het resultaat is er naar: in onze gezondheidscentra zien we een toenemend aantal ondervoede kinderen."
Sinds het begin van de crisis meer dan zes maanden geleden, heeft AZG water, onderdak en medische hulp geleverd - maar de organisatie bereikt stilaan de grenzen van haar kunnen. AZG heeft de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) dan ook reeds verschillende keren opgeroepen om de vluchtelingen meer te helpen.
"Deze bevolking heeft dringend meer hulp nodig, vooral wat betreft voedsel en bescherming", legt Chris Verhecken uit. "En door de regens van het voorbije weekend is de situatie nog moeilijker geworden".
De blijvende onveiligheid in hun thuisland verhindert de meeste vluchtelingen terug te keren. Toch hebben de voedseltekorten dergelijke dramatische proporties aangenomen, dat sommige vluchtelingen nu toch bereid zijn tijdens de reis terug hun leven te riskeren.
In november 2002 kwamen de eerste vluchtelingen aan in Tsjaad. Ze ontvluchtten de door oorlog getroffen CAR. Vandaag verblijven er 41.000 mensen in moeilijke omstandigheden. AZG vraagt dat UNHCR en het Wereldvoedselprogramma (WFP) hun verantwoordelijkheden opnemen en hulp en bescherming leveren voor het te laat is.