Doden onder de vluchtelingen in Lampedusa zetten ernstige politieke tekortkomingen in de kijker
AZG maakt zich ernstig over het lot van de vluchtelingen die in Lampedusa, een eiland ten zuiden van Italië, toekomen. Lampedusa vormde afgelopen weken hrhaaldelijk het toneel van menselijke drama’s.
Op zondag 19 oktober om 01u00 meerde een boot aan met aan boord 24 asielzoekers, overwegend afkomstig uit het door oorlog geteisterde Somalië. Dertien van hen overleefden de overtocht niet. De andere elf passagiers werden overgebracht naar het tijdelijke opvangcentrum van Lampedusa waar AZG instaat voor medische verzorging. Maar door hun erbarmelijke gezondheidstoestand moesten de meesten worden overgebracht naar de intensieve verzorgingseenheid van het ziekenhuis van Palermo.
Op 3 oktober vertrokken minstens 100 mensen – onder wie 17 vrouwen en 7 kinderen – per boot vanuit de Libische hoofdstad Tripoli. Vier uur na vertrek, kreeg het vaartuig motorpech. Omdat een geslaagde overvaart niet langer dan twee dagen duurt, hadden de vluchtelingen slechts voedsel en water voor 36 uur bij. Vier dagen na afvaart overleed de eerste vluchteling. Toen de boot tien dagen later het anker uitwierp voor Lampedusa, waren alle kinderen overleden en waren nog slechts twee vrouwen in leven (een van hen ligt in coma).
"Tijdens ons verblijf van tien dagen op zee, raakten we op drift. Iedere ochtend brachten we de lichamen van de mensen die ‘s nachts waren overleden samen en gooiden we ze overboord, om te voorkomen dat er ziektes zouden uitbreken,” vertelt Mohammed, een van de overlevenden. Mohammed is een Somalische vluchteling uit Johar, een stad ten noorden van Mogadishu. “We hadden het verschrikkelijk koud en er was geen water. Na een paar dagen verzamelden zes vluchtelingen wat hout om er een geïmproviseerd vlot mee te bouwen. Zij vertelden ons dat ze na een paar mijl land zouden bereiken en hulp zouden inroepen. Ze vertrokken. We hebben niets meer van hen vernomen.”
“De Italiaanse regering is gewoon niet voldoende voorbereid om dit soort tragedies te voorkomen”, verklaart Loris de Filippi, AZG-verantwoordelijke van de Italiaanse projecten. “Sinds midden juni 2003 kwamen 5.000 bootvluchtelingen op het eiland toe. In oktober zijn er al 600 nieuwe vluchtelingen bijgekomen en haast iedere dag leggen er nog meer boten met vluchtelingen aan. Doordat de Italiaanse overheid nalaat haar verantwoordelijkheid op te nemen, blijft de opvang chaotisch en de bijstand minimaal. De overlevende vluchtelingen blijven zelfs verstoken van informatie over hun meest elementaire rechten. ”
Voor AZG is het duidelijk dat de positie van Italië niet meer is dan een afspiegeling van de bestaande trend binnen de Europese Unie. Die bestaat erin immigranten te ontmoedigen, in plaats van te investeren in een betere opvang en meer hulp. “Mensen trachten te ontmoedigen die op de vlucht slaan voor conflicten en vervolging, werkt niet; zoveel is zeker. Bij hun aankomst zouden de vluchtelingen de verzorging moeten krijgen die ze nodig hebben, de rechten die hen toekomen, en bovenal, op een waardige manier moeten worden behandeld,” besluit Loris de Filippi.