Sociale media

  • NL
Open the menu

De voortplanting van het lijden


Selwa arriveerde op een ezelkar. Ze was uitgeput van de reis en van de drie dagen durende thuisbevalling. Haar baby was overleden. Enkel een armpje was naar buiten gekomen, voor alles tot een halt kwam. Opnieuw werd de vrouwenkliniek van AZG in het kamp van Riyad, in het westen van Darfur, geconfronteerd met de grenzen van noodhulp in een conflictzone, waar de vrouwen krijgen af te rekenen met de risico’s die voortkomen uit de tradities.

Selwa geraakte hier net op tijd. De gynaecologe, dr. Celia Kohn, kon de baby verwijderen en bloedvergiftiging bij de moeder vermijden. Toch is Celia er zeker van dat overal in Darfur duizenden vrouwen zoals Selwa sterven omdat ze geen medische hulp kunnen krijgen en omdat de sociale zeden hen tegenwerken. “De positie van de vrouwen is hier slechter dan op alle andere plaatsen die ik ken. En ik heb op enkele van de moeilijkste plekken gewerkt: Afghanistan, Sierra Leone, de Algerijnse woestijn.”

AZG opende in oktober vorig jaar twee ziekenhuizen in de vluchtelingenkampen van El Geneina, om een gedeeltelijke oplossing te kunnen bieden voor de immense medische noden die voortvloeien uit de gewelddadige uitroeiing van de dorpen in Darfur. Maar de problemen die ze tegenkwamen, zijn enkel een uitvergroting van deze waar de vrouwen van Darfur al altijd mee te maken hebben gehad.
Bij 90% van de vrouwen werd de genitaliën weggesneden en terug dichtgenaaid toen ze nog jonge meisjes waren. Dit veroorzaakt een groter risico op infecties tijdens de voortplantingscyclus. Het voortbrengen van kinderen vormt de essentie van hun waarde als vrouw. Vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen, worden vaak het slachtoffer van een scheiding. Na enkele zwangerschappen stijgt de kans op stuitligging of een moeilijke bevalling aanzienlijk, aangezien de baarmoederspieren slapper worden. Er is een chronisch tekort aan jodium en foliumzuur in de voeding, wat nefast kan zijn tijdens de zwangerschap en tot bloedarmoede kan leiden. Kennis van geboortebeperking of kraamzorg is bijna onbestaand.
Fatima durft de dokter niet echt in de ogen te kijken als ze haar symptomen beschrijft. Ze heeft pijn in de onderbuik, maar weet niet precies waardoor. Het onderzoek van Celia toont duidelijk aan wat er aan de hand is, en het echte verhaal komt al snel naar buiten. De vrouw is 26 jaar en heeft al twee kinderen. Maar sinds de laatste geboorte vier jaar geleden kan ze niet meer zwanger raken. Haar man heeft sinds vorig jaar geen betrekkingen meer met haar gehad. De reden voor dit alles is een baarmoederverzakking als gevolg van een slecht uitgevoerde bevalling. Ze moet geopereerd worden om de baarmoeder terug in het geboortekanaal te brengen. Celia zal Fatima doorverwijzen naar het stadsziekenhuis, maar zelfs na de operatie zou ze geen kinderen meer moeten krijgen en blijft haar huwelijk fragiel.
Elke maand worden 1.500 consultaties uitgevoerd in de ziekenhuizen, maar toch blijven er nog veel te veel moeders thuis om te bevallen. Er wordt voorzien om de traditionele vroedvrouwen op te leiden, want zij vormen een deel van het probleem. Hete honingsoep vormt de standaardbehandeling voor een bloeding tijdens de bevalling. Zelfs het rekruteren van vrouwelijk personeel voor de ziekenhuizen, dat kan lezen en schrijven, is een groot probleem. Slechts 4% van de vrouwen gaat tot haar 12de naar de lagere school.
De gezondheidscentra van AZG verwachten hier niet veel aan te kunnen veranderen. Ze kampen met de grotere vraag veroorzaakt door de voortdurende oorlog in Darfur. Een kwart van de vrouwen die naar de ziekenhuizen komen heeft seksueel overdraagbare ziektes. Celia is ervan overtuigd dat dit aantal is toegenomen door het geweld. Er zijn geen schattingen van de verspreiding van de HIV/aids-infectie in Darfur. Maar de vlucht van mensen naar Congo, Tsjaad en elders zal het risico voor de eens relatief geïsoleerde bevolking zeker vergroten. En de gezondheid van de vrouwen wordt steeds kwetsbaarder.
Wanneer het gezondheidscentrum aan het einde van de dag haar deuren sluit, zien we iets dat ons eraan herinnert hoe breekbaar het leven kan zijn. Het is een weesje dat de borst krijgt van een buurvrouw. Haar moeder overleed tijdens de bevalling, ongeveer 16 dagen geleden. De baby wedijvert om melk met het eigen kind van de buurvrouw. Als vluchtelingen van het platteland is deze vrouw volledig afhankelijk van voedselhulp. Ze komt naar de kliniek van AZG om een extra portie te krijgen, zodat ze voor de twee baby’s kan zorgen. Celia is onder de indruk, maar ze is niet optimistisch voor de toekomst. “Ze is geen eigen kind, en een extra mond is altijd moeilijk te vullen. De moeders hier staan onder zulke grote druk. En veel is de schuld van de mannen en de oorlog.”
De namen van de patiënten werden gewijzigd. Ze zijn niet de personen op de bijgevoegde foto’s.