AZG vraagt voedselhulp voor Karuzi
AZG luidt de alarmklok voor de provincie Karuzi in Noord-Burundi. De organisatie kan er de dodelijke combinatie van ondervoeding en een malaria-epidemie niet langer alleen de baas. Daarom herhaalt AZG haar verzoek aan het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) voor een algemene voedseldistributie in Karuzi en in de eveneens getroffen omliggende provincies Ngozi, Muyinga en Gitega. Die voedselhulp zal meerdere maanden moeten volgehouden worden, gezien de dramatische voedselsituatie in de regio.
AZG biedt momenteel het hoofd aan zowel de ondervoeding als de malaria-epidemie. Zo verzorgt AZG 2.200 kinderen in vijf therapeutische voedingscentra en 20.000 kinderen in de aanvullende voedingscentra in Karuzi. Die provincie lijkt het zwaarst getroffen. Zo wees een voedselstudie in oktober 2000 uit dat er sprake is van 23% algemene en 14% ernstige ondervoeding. Maar ook de omliggende regio's zijn problematisch. Zo komen veel ondervoede mensen uit Ngozi. Ook in de provincies Muramvya en Mwaro zou sprake zijn van een voedseltekort.
De voedselcentra kunnen de algemene voedselsituatie weliswaar niet omkeren. Een kwart van de bevolking is ondervoed en de volgende oogst is pas voorzien in mei-juni. De voedselvoorraden zijn totaal ontoereikend om die periode te overbruggen. Een dergelijke voedselschaarste maakt voedseldistributie onvermijdelijk en hoognodig.
Om de malaria-epidemie aan te pakken heeft AZG onder meer mobiele behandelingsteams en de distributie van medicijnen opgezet. In november en december behandelde de organisatie 40.000 mensen per week. Het aantal gevallen lijkt momenteel te dalen, maar de epidemiologist van AZG verwacht een tweede piek in mei.
Voor het functioneren van de zes therapeutische voedingscentra, de elf supplementaire voedingscentra en het antimalariaprogramma heeft AZG 1.000 lokale personeelsleden en meer dan 40 internationale medewerkers ingeschakeld en logistieke installaties geplaatst. In totaal voorziet AZG een budget van 193 miljoen Belgische frank. Dat omvat ook de aanleg van een voedselvoorraad voor twee maanden. Bij een voedselverdeling door het WFP zijn namelijk bevoorradingsproblemen mogelijk, onder meer door de transportmogelijkheden. Verder is wat betreft olie en CSB (verrijkt graan) het aanbod heel beperkt, waardoor ook die bevoorrading in het gedrang kan komen.
Oorzaken voedselcrisis
Burundi kent een kwetsbare agricultuur - kleinschalig en doorgaans familiaal - waarvan het evenwicht totaal zoek is. De oorzaken van de voedselschaarste zijn veelvuldig. Er zijn structurele factoren, zoals demografische druk en lage scholingsgraad, maar ook de burgeroorlog met onder meer vernielingen en massale volksverhuizingen tot gevolg is een belangrijke oorzaak, evenals de droogte en de malaria-epidemie die de actieve bevolking uitschakelt waardoor de velden onbewerkt blijven.