AZG roept op tot gratis voedselbedelingen aan de zwaarst ondervoede bevolkingsgroepen
Gezien de zorgwekkende voedingssituatie in Niger heeft AZG haar middelen in de strijd tegen zware ondervoeding verdrievoudigd. Alleen hoogstdringende voedselhulp kan duizenden al ondervoede kinderen van de hongerdood redden.
Vandaag, twee maanden nadat AZG en andere actoren verschillende oproepen tot noodhulp lanceerden, blijft de reactie op de voedselcrisis in Niger absoluut ontoereikend in verhouding tot de ernst van de situatie.
In de dorpen van de provincies Maradi en Tahoua lijdt één op de vijf kinderen aan acute ondervoeding, zo blijkt uit een voedingsenquête die AZG eind april organiseerde samen met Epicentre, het epidemiologische onderzoekscentrum van AZG. Tussen januari en begin juni 2005 hebben we in onze bestrijdingsprogramma’s voor zware ondervoeding meer dan 6.000 kinderen jonger dan vijf jaar opgenomen. Dat is twee keer meer dan vorig jaar in dezelfde periode. Tienduizenden matig ondervoede kinderen worden echter niet behandeld.
Verder wees de enquête uit dat in het district Keita (provincie Tahoua) 2,9 % van alle kinderen onder de vijf jaar zwaar acuut ondervoed waren. In de dorpen Loudou, Ibatagatane en Wadey noteerden de AZG-teams een ondervoedingsgraad van meer dan 6 %, een zeer hoog cijfer dat zeldzaam is in een stabiele politieke context.
Eind april waren ook de sterftecijfers al alarmerend, zo bleek uit de voedingsenquête: terwijl de “alarmdrempel” voor de kindersterfte onder de vijf jaar 2 op 10.000 personen per dag bedraagt, was dat in de dorpen in het noorden van de provincies Maradi en Tahoua respectievelijk 2,2 en 2,4.
Meer dan vier maanden vóór de nieuwe oogstperiode staan alle indicatoren op rood, en dat terwijl net nu de meest kritieke periode ingaat. Tussen juni en oktober zou de malaria- en diarreepiek in combinatie met de uitputting van de voedselreserves fataal kunnen worden voor kinderen die al verzwakt zijn door ondervoeding. En ondanks deze ernstige crisis blijven gezondheidszorg en voedsel betalend en dus ontoegankelijk voor de meest kwetsbare groepen.
Om de komende weken een hoger sterftecijfer te vermijden, zijn er dringend uitzonderlijke maatregelen nodig. Vandaar dat Artsen Zonder Grenzen oproept om voedselbedelingen te organiseren in de zwaarst getroffen dorpen.
De Nigerese regering heeft op de crisis gereageerd en de voedselhulp opgevoerd. Bij de belangrijkste hulpmaatregel, de verkoop van graangewassen tegen matige prijzen, gaat het echter om zeer beperkte volumes. Bovendien kunnen de meeste gezinnen die er net het meeste nood aan hebben, hier niet van profiteren, omdat hun koopkracht te laag is en de verkooppunten te veraf liggen. Mobilisatie van de donoren en internationale organisaties zoals het Wereldvoedselprogramma en UNICEF is de enige manier om de kwetsbaarste bevolkingsgroepen gratis en rechtstreekse toegang tot voedsel te geven.
AZG werkt sinds 2001 in het therapeutische voedingscentrum van Maradi in Niger. Dit jaar opende Artsen Zonder Grenzen gezien de noodsituatie drie nieuwe therapeutische voedingscentra: één in Dakoro, in de provincie Maradi, en twee in Keita en Tahoua, in de provincie Tahoua. Daarnaast zijn er nog eens 27 mobiele therapeutische voedingscentra waar wekelijks kinderen gescreend en behandeld worden die niet naar het ziekenhuis moeten. De kinderen die opgenomen worden in ons behandelingsprogramma tegen zware ondervoeding krijgen naast therapeutische voeding ook een wekelijkse gezinsportie. Na afloop van de behandeling bezorgt AZG het gezin een voedselportie voor één maand (granen, bonen, olie).