AZG: Birmese Rohingya vluchtelingen mishandeld in Bangladesh
Bewoners van het Kutupalong-kamp worden geïntimideerd en weggestuurd.
Op dit moment bevinden zich duizenden ongeregistreerde Rohingya vluchtelingen in het zuidoosten van Bangladesh, in het Kutupalong-kamp: een niet-erkend, geïmproviseerd vluchtelingenkamp. Lokale autoriteiten intimideren de vluchtelingen en sturen hen met geweld weg. Artsen zonder Grenzen werkt in het kamp en heeft al meerdere mensen behandeld voor verwondingen; vooral vrouwen en kinderen. Ook hebben de hulpverleners talloze vernielde hutjes gezien en diverse verhalen gehoord dat mensen worden gewaarschuwd: ze moeten hun onderkomens verwijderen of ze krijgen met de gevolgen te maken.
'Ik was aan het werk. Toen ik thuiskwam, was mijn huis met de grond gelijk gemaakt. Er stond een inspecteur, samen met een stuk of tien anderen. Ik vroeg hem waarom zij mijn huis hadden vernield. Een van hen liet me een groot mes zien en zei: "Als je ook maar iets zegt, steek ik je hiermee," aldus een kampbewoner.
Tot nu zijn naar schatting 25.000 mensen toegestroomd naar het spontaan ontstane Kutupalong-kamp: in de hoop als vluchteling erkend te worden en hulp te krijgen. Die hulp krijgen ze echter niet: in plaats daarvan krijgen ze te horen dat ze niet pal naast het kamp kunnen wonen dat wél door de regering van Bangladesh en de UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, wordt ondersteund. Ook mogen zij niet op het naastgelegen bosland wonen, eigendom van de regering. Ze kunnen nergens naartoe en hebben geen mogelijkheid om in hun basislevensbehoeften te voorzien. Een andere kampbewoner verklaart: 'Ik kan geen kant op. Als we hout gaan sprokkelen, worden we gearresteerd; als we water gaan halen worden we afgeranseld. We kunnen onze hut wel afbreken, maar waar moeten we die dan opnieuw opzetten?'
In maart 2009 kreeg Artsen zonder Grenzen bericht dat het aantal bewoners van het Kutupalong-kamp in snel tempo toenam. Daarop stuurde de hulporganisatie een team om de situatie te onderzoeken. 20.000 mensen leefden in deplorabele omstandigheden, het globale acute ondervoedingspercentage bevond zich boven de noodsituatiedrempel, de voedselonzekerheid is 90% (wat inhoudt dat mensen lange tijd niet aan voedsel kunnen komen) en ook de water- en sanitatiesituatie was bedroevend. De mensen kregen geen enkele hulp. 'Het is schandelijk om deze mensen weg te sturen terwijl ze al zó slecht eraan toe zijn,' zegt Gemma Davies, projectcoördinator van Artsen zonder Grenzen in het Kutupalong-kamp.
Na het onderzoek is Artsen zonder Grenzen direct begonnen met hulpverlening. De organisatie behandelt ernstig ondervoede kinderen, biedt medische zorg en verbetert waterbronnen en afvalplaatsen. Gemma vertelt: 'Binnen vier weken hadden we bijna 1.000 kinderen opgenomen in ons voedingsprogramma. Het regenseizoen is begonnen waardoor de water- en hygiënische situatie nog alleen maar walgelijker wordt en het risico op ziekteverspreiding groter wordt. Deze mensen hebben nauwelijks tot geen toegang tot de meest basale voorzieningen, ze worden gedwongen in grote angst te vluchten en ze kunnen nergens terecht. De situatie is erbarmelijk.'
Helaas is deze wanhopige situatie niet nieuw voor de Rohingya's, een etnische moslimminderheid uit Myanmar (Birma), waar hen het burgerschap wordt ontzegd en waar ze worden vervolgd en gediscrimineerd. De afgelopen twintig jaar zijn honderdduizenden mensen van huis gevlucht en de grens overgestoken: op zoek naar een beter leven. Slechts enkelen hebben echter de vluchtelingenstatus gekregen. De overgrote meerderheid worstelt om te overleven: niet erkend als vluchteling en zonder hulp te krijgen in landen als Bangladesh en Thailand. Er moet een wezenlijke oplossing komen: niet alleen in de landen waar zij naartoe vluchten voor asiel, maar vooral in het land waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Dit is van cruciaal belang om de gezondheid en menselijke waardigheid van deze mensen die al zo lang onder dit leed bukken, te herstellen.
Artsen zonder Grenzen biedt sinds 1992 noodhulp in Bangladesh. De meest recente hulpacties omvatten het opzetten van een basisgezondheidszorgproject in de Chittagong Hill Tracts regio, noodhulp aan slachtoffers van cycloon Aila en noodhulp aan ongeregistreerde Rohingya vluchtelingen in het Kutupalong-kamp, en de lokale bevolking.