Sociale media

  • NL
Open the menu

Aanhoudend gevaar voor bevolking in Noord-Katanga


Duizenden vrouwen, mannen en kinderen leven in angst, ontvluchten hun dorpen en houden zich vaak schuil in het woud om aan gevechten en geweld te ontsnappen. Dat is de realiteit voor de bevolking van Mitwaba en omgeving, in het Congolese Noord-Katanga. Tot die vaststelling kwamen de noodhulpteams van AZG die meer dan 6 maanden lang hulp boden aan de ontheemden in het gebied.

Mitwaba, een afgelegen gebied met meer dan 80.000 inwoners, leeft in de greep van de angst door het aanhoudende geweld tussen leden van het Congolese leger en de Maï-Maï, de plaatselijke milities.
“Om in hun levensbehoeften te voorzien, handelen beide partijen in palmolie en vlees of ruilen ze soms wapens voor voedsel. De militairen die lang in dit gebied verblijven ontvangen vaak geen salaris”, verklaart Alain Decoux, AZG- landverantwoordelijke in Congo. “Geen van de partijen deinst terug voor het verkrachten en afpersen van dorpsbewoners die ervan worden beschuldigd te heulen met de vijand – vooral dan wanneer handelsafspraken dreigen niet te worden nagekomen. De stap naar het plunderen en platbranden van dorpen is dan bijzonder klein.”
De noodhulpteams van AZG of PUC ( “Pool d’Urgence Congo”) die kennis kregen van de benarde situatie van de ontheemden in de regio, startten in oktober 2004 een campagne in het gezondheidsdistrict Mitwaba. De PUC die doorgaans opdrachten van korte duur heeft, bleef zes maanden in het gebied actief. Dit wijst op het bijzonder acute karakter van de situatie.
“Tijdens de eerste dagen van de interventie kwam een groot gedeelte van de 9.000 inwoners die zich in het woud schuil hadden gehouden en nu terug huiswaarts keerden, bij ons langs voor hulp. Anderzijds kwamen ook veel mensen langs die jarenlang verstoken waren gebleven van medische verzorging en die er eveneens bijzonder erg aan toe waren”, vertelt Ibrahim Barrie, medisch coördinator van de interventie. “De helft van de 21.000 raadplegingen betrof patiënten die in en rond Mitwaba wonen. Een oudere dorpsbewoner die bij ons langskwam, vertelde me dat de medicijnen van AZG de enige waren die hij de afgelopen 4 jaar in de buurt had gezien. Het dichtstbijzijnde hospitaal ligt namelijk 120 kilometer verder”.
De rijke landbouwgronden van Mitwaba waren ooit de graanschuur van de regio. Vandaag kampt de bevolking door de systematische plundering van de oogsten door de oorlogvoerende partijen met ernstige ondervoeding. Anderzijds sloeg ook de bevolking op de vlucht, zodat de velden er onaangeroerd bij blijven liggen. Om het hoofd te bieden aan de ondervoeding die alsmaar verder om zich heen greep, ging AZG begin januari 2005 van start met een voedselprogramma. Ibrahim Barrie licht toe: “We verstrekten voedselsteun via een ambulant behandelingsprogramma in twee zones, Mitwaba en Kasungeshi. Dit programma vormde een aanvulling op de medische hulp die we in 4 gezondheidscentra verstrekten. Meer dan 66% van de ondervoede patiënten waren volwassenen. Dit toont de ernst aan van de situatie waarin deze ontheemden verkeren.”
De bevolking keerde geleidelijk huiswaarts, naarmate de rust in het gebied weerkeerde. Helaas was de stilte maar van korte duur. Midden maart dreven nieuwe onlusten in Nkonga, in het noorden van Mitwaba, zowat 5.300 inwoners uit het omliggende gebied andermaal op de vlucht. Zij zochten veiligheid in en rond het vroegere hospitaal van Mitwaba (het zogenaamde “Kananda” kamp) en in Mozambwe, een dorp op 10 kilometer van Mitwaba.
“De meesten onder hen waren nog maar net terug thuis en werden al meteen weer verjaagd. Zij zagen zich genoodzaakt een onderkomen te vinden in deze twee kampen. Vroegere waterbronnen werden weer aangeboord, latrines en douches gebouwd en er werd voorzien in een systeem van zuiverings- en afvalbeheer, om het uitbreken van eventuele epidemieën te voorkomen,” aldus Philippe Havet, logistiek coördinator van de PUC.
Ook het aantal gevallen van verkrachting dat het medische team vaststelde, is tekenend voor de onveilige situatie. “Mensen zijn bang om over seksueel misbruik te spreken. Zij vrezen voor vergelding en zwijgen dus liever. Toch valt de angst van hun gezichten af te lezen. Langzamerhand durfden sommigen in de voedselcentra te spreken over wat hen overkwam, ook over de verkrachtingen,” vertelt Ibrahim Barrie. “De eerste golf van vluchtelingen kwam een jaar geleden op gang. Al snel volgde een tweede. Tenzij er meer bescherming wordt geboden, zal deze bevolking zich niet kunnen losmaken van het onbeschrijfelijke drama en verder in stilte lijden”.
Eerder deze maand werden ook de teams van AZG door de toenemende onveiligheid in het gebied gedwongen tot evacuatie. Sindsdien ligt de hulp aan de ontheemden in de handen van plaatselijke gezondheidswerkers die de steun krijgen van AZG.