Sociale media

  • NL
Open the menu

Syrië neemt het niet zo nauw met onpartijdigheid


Tijdens het bezoek van het nieuwe hoofd van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) aan Damascus, verklaarde de Syrische president officieel dat hij de humanitaire acties van de organisatie zou steunen “op voorwaarde dat ze onafhankelijk en onpartijdig zouden blijven”. Eén dag later drong de minister voor Nationale Verzoening erop aan dat het ICRC zou samenwerken met de overheidsinstellingen om hulp te bieden aan de mensen die volgens het regime hulp verdienen, en niet om humanitaire hulpverleners te laten doen wat volgens henzelf nodig is voor de bevolking.

Al meer dan een jaar weigeren de Syrische autoriteiten de teams van Artsen Zonder Grenzen de toegang tot het Syrische grondgebied. Intussen blijft het aantal gewonden dat een behandeling nodig heeft stijgen en daarom besloot Artsen Zonder Grenzen in juni van dit jaar om het verbod aan haar laars te lappen. We hebben een ziekenhuis opgezet in een enclave die niet door het regeringsleger gecontroleerd wordt.

Dankzij de steun van UOSSM, een netwerk van Syrische artsen, hebben de nationale en internationale teams van Artsen Zonder Grenzen tot vandaag al meer dan 200 chirurgische ingrepen kunnen uitvoeren. Explosies, granaatscherven en geweervuur zijn de voornaamste oorzaken van de verwondingen, die vooral jonge mannen, maar ook vrouwen en kinderen treffen.

Omdat het conflict hevig is en nog aan intensiteit wint, probeert Artsen Zonder Grenzen haar acties nog uit te breiden. Zo ging een team samen met een lid van UOSSM naar de oostelijke wijken en de agglomeratie van de stad Aleppo, die door de regeringstroepen werden beschoten, om de gezondheidssituatie in te schatten en te bekijken welke medische actie mogelijk was.

In principe kunnen burgerslachtoffers wel verzorging krijgen in de openbare ziekenhuizen die door de oorlog gespaard werden, maar gewonden die ervan verdacht worden meegevochten te hebben, worden opgespoord en gearresteerd. Ze kunnen dus niet anders dan hulp zoeken in privé- of clandestiene centra.

Ook het verplegend personeel dat hen helpt, loopt het risico gedood te worden en werkt onder de constante bedreiging van de regeringstroepen. Door met een lid van een internationale organisatie zoals Artsen Zonder Grenzen samen te werken, lopen artsen en hun netwerk nog meer gevaar dan ze al deden.

In de zuidelijke en oostelijke wijken van Aleppo werden de ziekenhuizen bovendien zwaar toegetakeld en werken het telefoonnet en andere communicatiemiddelen niet meer. Het medisch personeel dat we in de privécentra ontmoetten, wordt met een groot aantal gewonden geconfronteerd. Iedereen zegt dat er dringend meer verplegend personeel en artsen nodig zijn. Bovendien vrezen ze voor een gebrek aan medicijnen en medisch materiaal. Op sommige plaatsen worden de bestellingen van bloed en medische producten maar gedeeltelijk geleverd.

Meer in het noorden van de provincie Aleppo vertellen de artsen in een veldhospitaal dat er gedurende de twee weken voor het bezoek van het team elke dag tussen 40 en 50 gewonden binnenkwamen. Het hospitaal draait dankzij teams uit een openbaar ziekenhuis dat door de bombardementen beschadigd en gesloten werd. De verzorging van gewonden heeft voorrang, maar de chaos als gevolg van het geweld veroorzaakt ook andere gezondheidsproblemen. In het dorp waar Artsen Zonder Grenzen werkt, is bijvoorbeeld een diarree-epidemie uitgebroken, en medisch personeel op verschillende locaties maakt gewag van een gebrek aan flesvoeding.

Terwijl de hevige bombardementen door de oppositie op de wijken van Aleppo en de dorpen in de provincie nog heviger werden, kunnen de lokale oververmoeide gezondheidswerkers de stroom van gewonden niet meer aan. Ondanks hun indrukwekkende mobilisatie is het risico op een medische catastrofe ramp meer dan ooit voelbaar, door de intensiteit van het geweld tegen de burgers, door het aantal ontheemden in het land en door de ontwrichting van economie en diensten.

De voornaamste vereisten van de voorzitter van het ICRC waren de bescherming van de burgerbevolking tijdens de vijandigheden, een betere toegang tot verzorging en tot levensnoodzakelijke goederen, en het bezoekrecht voor gedetineerden. In een recent persbericht laat de organisatie weten dat “president al-Assad ermee instemde dat het nodig is om de humanitaire hulpverlening dringend uit te breiden door de toegang van hulpverleners te vergemakkelijken, waardoor we onze actie kunnen versterken en op gepaste wijze kunnen tegemoet komen aan de steeds hogere behoeften.”

“Het positieve engagement dat me tijdens mijn ontmoetingen werd beloofd, moet in de komende weken uiteraard opgevolgd en geëvalueerd worden,” aldus de voorzitter van de organisatie. In afwachting van de concretisering van die beloftes zorgt het ICRC, in het bijzonder via het Syrische Rode Kruis en in samenwerking met de autoriteiten, voor de distributie van levensmiddelen en hulp aan honderdduizenden mensen.

Om aan alle mensen in conflictgebieden hulp te kunnen bieden, moeten humanitaire organisaties onafhankelijk en onpartijdig zijn, principes die ze niet gewoon sporadisch kunnen toepassen. Ze moeten er continu voor vechten en altijd onafhankelijk en onpartijdig zijn, zowel ten opzichte van de regeringstroepen als van de oppositie.

De mensen in Syrië die echter van de humanitaire organisaties verwachten dat ze die principes respecteren, vervolgen de artsen en verzetten zich tegen de onpartijdigheid van alle mensen die hulp en verzorging bieden aan gewonde strijders omdat ze hen niet als strijders beschouwen. Hoewel Artsen Zonder Grenzen politiek neutraal is in Syrië en de gewonden wil verzorgen, wordt hen dat door de Syrische regering onmogelijk gemaakt.

Artsen Zonder Grenzen verzorgt de gewonden in Syrië niet om tegen het regime in te gaan, maar we kunnen gewoon niet anders dan ongehoorzaam zijn aan het regime wanneer we gewonden willen verzorgen.