Sociale media

  • NL
Open the menu

Artsen Zonder Grenzen veroordeelt grove schending van internationaal humanitair recht

Internationaal voorzitter Dr. Joanne Liu in Kunduz © Kim Clausen/MSF
Internationaal voorzitter Dr. Joanne Liu in Kunduz © Kim Clausen/MSF

Internationaal voorzitter Dr. Joanne Liu over de dodelijke luchtaanval op ons ziekenhuis in Kunduz, Afghanistan: ‘De aanval ondermijnt de kernprincipes van humanitaire hulpverlening.’

Het traumaziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in Kunduz was het enige ziekenhuis in Noordoost-Afghanistan waar acute medische en chirurgische zorg werd geboden. Op zaterdag 3 oktober kwam daar een einde aan, toen het ziekenhuis met opzet werd gebombardeerd. Twaalf medewerkers van Artsen Zonder Grenzen en tien patiënten, waaronder drie kinderen, kwamen om het leven. Nog eens 37 mensen raakten gewond, waaronder 19 hulpverleners van Artsen Zonder Grenzen. Deze aanval is onacceptabel.

Iedereen binnen Artsen Zonder Grenzen is geschokt en onze gedachten gaan uit naar de familie en vrienden van de mensen die getroffen zijn door de aanval. Er is geen excuus voor geweld tegen patiënten, medische personeel en medische voorzieningen. Onder het internationaal humanitair recht zijn ziekenhuizen in conflictgebieden beschermde plaatsen. Tot het tegendeel bewezen is, moeten we ervan uitgaan dat de gebeurtenissen van afgelopen zaterdag een grove schending zijn van dat recht. Wij handelen nu onder de aanname dat een oorlogsmisdaad is begaan.

Vorige week, nadat er gevechten uitbraken in de stad, zijn er 400 patiënten behandeld in het ziekenhuis. Sinds het ziekenhuis werd geopend in 2011 is aan tienduizenden mensen, burgers en strijders van alle betrokken partijen, hulp geboden. Gedurende de nacht van de dodelijke aanval hoorden medewerkers in het ziekenhuis een vliegtuig rondcirkelen. Dat vliegtuig, dat een Amerikaans legervliegtuig bleek te zijn, liet bij elke passage bommen vallen op het ziekenhuisterrein. Het doelwit: het gebouw waarin de intensive care, eerste hulp en fysiotherapie waren gevestigd. De omliggende gebouwen zijn grotendeels onaangetast gebleven.

Ondanks dat Artsen Zonder Grenzen alarm sloeg bij de Afghaanse en coalitie-legerleiding hield de luchtaanval daarna nog dertig minuten aan. Het ziekenhuis was bij beide partijen bekend; de GPS-coördinaten werden regelmatig doorgegeven, en recentelijk nog op 29 september.

Deze aanval kan niet worden weggezet als een ongeluk of als onvermijdelijk gevolg van oorlog. De Afghaanse overheid heeft verklaard dat Talibanstrijders het ziekenhuis gebruikten om op coalitietroepen te schieten. Dat impliceert dat Afghaanse en Amerikaanse troepen samenwerkten om een functionerend ziekenhuis bewust met de grond gelijk te maken – en is een erkenning dat een oorlogsmisdaad is begaan.

Deze aanval raakt niet alleen Artsen Zonder Grenzen, maar treft humanitaire hulpverleners wereldwijd en ondermijnt de kernprincipes van humanitaire hulpverlening. We hebben antwoorden nodig – niet alleen voor onszelf, maar voor alle medische en humanitaire hulpverleners die mensen in nood helpen. Het behoud van medische voorzieningen als neutrale, beschermde plaatsen hangt af van de uitkomsten van een transparant, onafhankelijk onderzoek.