Sociale media

  • NL
Open the menu

"Waar blijft iedereen? Hier sterven dagelijks mensen"

Country
Oekraïne


Emilie Rouvroy is terreincoördinatrice voor Artsen Zonder Grenzen (AZG) in Loegansk, in het oosten van Oekraïne. Ze vertelt over haar ervaringen ter plaatse.

© Manu Brabo
© Manu Brabo


Sinds vorige week woedt het geweld weer in alle hevigheid, met als gevolg dat de situatie er snel op achteruitgaat. De voorbije vijf dagen werd er zwaar gevochten. We hoorden constant bombardementen en vuurgevechten. Er werd ons verteld dat er de voorbije week bijna 70 huizen werden getroffen of verwoest. Ook verscheidene ziekenhuizen raakten beschadigd als gevolg van het geweld dat deze zomer losbarstte. Deze week nog werd een psychiatrische instelling waar we steun bieden volledig verwoest tijdens een bombardement. Het wordt almaar moeilijker om toegang te krijgen tot de conflictgebieden. Gisteren waren de toegangspunten tot het rebellengebied volledig afgesloten. Niemand geraakte nog binnen.

Een nijpend tekort aan middelen

De bevoorrading van medisch materiaal is stilgevallen en geneesmiddelen kunnen amper - of zelfs helemaal niet - worden aangevoerd. Dat is nu al maanden het geval. Toen Artsen Zonder Grenzen hier in mei aan de slag ging, legden we ons vooral toe op de bevoorrading van verzorgingskits voor oorlogsgewonden in ziekenhuizen nabij de frontlijn. In conflictgebieden vallen de meeste gewonden of doden immers altijd langs de frontlijn. Maar wanneer het gezondheidszorgsysteem maandenlang onder druk staat, treft zo'n conflict de bevolking in de hele regio. De primaire gezondheidszorg, kraamafdelingen en de behandeling van chronische aandoeningen ... het hele zorgsysteem lijdt onder de crisis. 

Tal van ziekenhuizen en primaire gezondheidscentra staan leeg omdat de artsen niet over de nodige geneesmiddelen beschikken om de patiënten te verzorgen. Zodra we medische middelen kunnen bemachtigen, delen we ze uit. Maar dat volstaat niet. Het gebrek aan medicijnen tegen psychische aandoeningen en verdovingsmiddelen voor chirurgische ingrepen baart ons nog het meeste zorgen. De artsen hebben dringend meer materiaal nodig.

Als alleen woorden nog soelaas kunnen brengen

Er is niet alleen een tekort aan geneesmiddelen. In de weeshuizen en rusthuizen voor mensen met een fysieke of mentale beperking is er ook een nijpend tekort aan voedsel. De mensen zijn aangewezen op de hulpvaardigheid en gulheid van omwonenden. Maar hun leven hangt aan een zijden draadje. De ene dag moeten ze het stellen met een zak aardappelen, de andere dag met een beetje kool. In de keuken staat meestal wel een kookpot op het vuur, maar doorgaans is de koelkast zo goed als leeg.  


De directeur van een van de rusthuizen stortte in toen hij ons zijn verhaal vertelde: "We staan altijd klaar! We doen wat we kunnen! Maar vaak kunnen alleen nog woorden soelaas brengen bij de mensen..."

Er is aan alles een gebrek: onderhoudsmateriaal, zeep of luiers. Omdat er geen luiers zijn in de rust- en weeshuizen, moeten duizenden mensen dag en nacht in hun eigen uitwerpselen liggen. Maar op markten in de buurt is geen enkele luier meer te vinden. We hebben er bijna 10.000 besteld, maar dat is lang niet voldoende. We hebben er zeker miljoenen nodig. Bovendien gaat de situatie van kwaad naar erger, aangezien we ons onmogelijk in het conflictgebied kunnen verplaatsen.

De mensen zijn getraumatiseerd

De maanden van geweld hebben een enorme psychologische impact gehad op wie aan weerskanten van de frontlijn woont. Onlangs bezocht ik een stad op een 500-tal meter van de frontlijn die meermaals af te rekenen kreeg met bombardementen. Huizen werden met de grond gelijkgemaakt, er is geen elektriciteit meer en de bewoners zijn getraumatiseerd. De hoofdarts van het ziekenhuis vroeg ons steun te bieden aan zijn personeelsleden, die zodanig onder de stress lijden dat ze soms de patiënten niet kunnen verzorgen. We stuurden een team van psychologen naar het ziekenhuis en hopen ons programma voor psychologische steun te kunnen uitbreiden. 

In een andere stad, op zo'n 10 km van de frontlijn, ontmoetten we de burgemeester die in tranen uitbarstte toen hij met me sprak. De situatie is voor hem echt onhoudbaar. Sinds onze ontmoeting werd de stad opnieuw gebombardeerd, en we zullen nog terug gaan met materiaal om de gewonden te verzorgen, en met dekens en onderhoudsproducten.

Het hoofd boven water houden

De mensen die daar wonen hebben al zes maanden geen uitkering meer gekregen. Ze hebben geen geld meer, en industrie is er al evenmin. De oorlog heeft al zoveel verwoest. De artsen worden al zes maanden niet meer betaald. Toch blijven ze werken, gratis. Ze wandelen elke dag een uur in de kou naar hun werk. Vervoer kunnen ze immers niet meer betalen. Alleen het engagement van het verzorgend personeel en de solidariteit binnen de lokale gemeenschappen houden het systeem nog recht. Ik sta echt versteld van die solidariteit.

Maar de mensen houden het niet lang meer vol. Ze houden nog maar net het hoofd boven water, en als de situatie zo blijft, storten ze vroeg of laat in. 

We kunnen zo veel verschrikkelijks vertellen over dit conflict, maar het ergste is dat de mensen compleet aan hun lot worden overgelaten. Ze zijn ons dankbaar voor onze steun, maar waar we ook gaan, vragen ze ons: "Waar blijft iedereen? Waar zijn de journalisten? Waar blijft de internationale gemeenschap? Hier sterven elke dag mensen."