Médias sociaux

Open the menu

3 jaar op de vlucht: waar staan de Rohingya vandaag?

Op 25 augustus 2020 is het drie jaar geleden dat het Birmese leger een gewelddadige campagne tegen de Rohingya in Myanmar begon. Het geweld leidde tot een ongeziene exodus en vandaag verblijven om en bij de 900.000 Rohingya-vluchtelingen in erbarmelijke omstandigheden in het overbevolkte Cox’s Bazar, in het zuidoosten van Bangladesh. Met deze 900.000 vluchtelingen op een oppervlakte van 26 km² is Cox’s Bazar het grootste ontheemdenkamp ter wereld.

Une salle de l’hôpital MSF Goyalmara Mère et Enfant à Cox’s Bazar, au sud-est du Bangladesh
Een afdeling van het Artsen Zonder Grenzen-ziekenhuis Goyalmara voor Moeder en Kind in Cox’s Bazar, in het zuidoosten van Bangladesh © Hasnat Sohan / Artsen Zonder Grenzen

Drie jaar geleden kwamen de Rohingya in Bangladesh aan. Sindsdien kennen ze niets dan onzekerheid: geen opleiding, weinig werkgelegenheid en geen veilige manier om naar huis terug te keren naar Myanmar. Begin dit jaar kwam daar nog eens de COVID-19 pandemie bovenop: nog meer onveiligheid dus.

Erbarmelijke leefomstandigheden als hoofdoorzaak van ziekten

“De meeste patiënten, zowel kinderen als volwassenen, lijden aan luchtweginfecties, watergedragen aandoeningen zoals diarree en huidinfecties. Die ziekten houden duidelijk verband met de slechte leefomstandigheden”, vertelt Tarikul Islam, medisch coördinator voor Artsen Zonder Grenzen (Artsen Zonder Grenzen) in het vluchtelingenkamp van Kutupalong-Balukhal.

Hoewel de situatie in het kamp al beter is dan in de begindagen van de noodsituatie – met betere wegen en meer sanitaire voorzieningen en drinkwaterpunten – blijven de leefomstandigheden er precair. Elk jaar, in het regenseizoen, is het risico op overstromingen en modderstromen erg groot en dreigen de bewoners de weinige bezittingen die hen nog resten, te verliezen.

Abu Siddik est originaire de l'État de Rakhine au Myanmar. Il vit maintenant dans un camp de réfugiés à Cox’s Bazar avec ses deux filles, trois fils et sa femme. Sur la photo, il se trouve à l'hôpital MSF de Kutupalong avec son fils de cinq ans, Rashid Ullah, qui se remet de certaines blessures
Abu Siddik komt uit de staat Rakhine in Myanmar. Hij woont nu in een vluchtelingenkamp in Cox's Bazar met zijn twee dochters, drie zonen en zijn vrouw. Op de foto bevindt hij zich in het Artsen Zonder Grenzen-ziekenhuis in Kutupalong met zijn vijfjarige zoon, Rashid Ullah, die herstellende is van een aantal verwondingen © Hasnat Sohan / Artsen Zonder Grenzen

In Myanmar hebben tal van Rohingya-gemeenschappen enkel toegang tot bedenkelijke gezondheidszorg. “Dat heeft medische gevolgen en verklaart waarom de mensen ook in de kampen eerder terughoudend zijn tegenover de gezondheidszorg,” zo legt Ferdyoli Porcel, pediater voor Artsen Zonder Grenzen in Bangladesh, uit. “Een ander probleem zijn prenatale zorgen en thuisbevallingen, zeker wanneer er complicaties optreden tijdens de bevalling thuis of wanneer er baby's geboren worden met complicaties. In het ziekenhuis kunnen we die complicaties verhelpen en het kindje beademen in geval van problemen, net zoals we de moeder kunnen helpen bij bloedverlies.”

COVID-19: een bijkomende uitdaging

Op 15 mei werd een eerste COVID-19-besmetting vastgesteld bij de Rohingya. Dit leidde meteen tot minder vertrouwen in het gezondheidszorgsysteem. Geruchten en desinformatie zijn er vandaag schering en inslag, waardoor personen die essentiële gezondheidszorg nodig hebben, los van COVID-19, niet naar de klinieken durven komen.

“Sommige patiënten houden hun COVID-19-symptomen stil uit vrees om anders behandeld te worden”, aldus Tarikul Islam.

Un membre du personnel de MSF vérifie la température d'une femme à l'hôpital de Goyalmara à Cox’s Bazar, dans le sud-est du Bangladesh, dans le cadre de leurs mesures de prévention contre le COVID-19
Een Artsen Zonder Grenzen-medewerker controleert de temperatuur van een vrouw in het Goyalmara-ziekenhuis in Cox’s Bazar, in het zuidoosten van Bangladesh, als onderdeel van hun COVID-19-preventiemaatregelen © Hasnat Sohan / Artsen Zonder Grenzen

In de kampen voelen ze de maatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beperken. Zich verplaatsen gaat niet zomaar, en dat brengt de toegang tot gezondheidszorg nog verder in het gedrang. Het is voor patiënten met ‘onzichtbare’ aandoeningen – denk maar aan mensen met mentale problemen of niet-overdraagbare aandoeningen zoals diabetes – nog moeilijker om aan te tonen dat ze ziek zijn en zich naar medische voorzieningen te begeven.

 “De kwetsbare situatie van de Rohingya-vluchtelingen is door de COVID-19-pandemie alleen maar schrijnender geworden. Ze hebben geen juridisch statuut en door het uitblijven van degelijke langetermijnoplossingen is hun toekomst vandaag onzekerder dan ooit”, verklaart Alan Pereira, vertegenwoordiger van Artsen Zonder Grenzen in Bangladesh.

Wat doet Artsen Zonder Grenzen ter plaatse?

Artsen Zonder Grenzen beheert 10 ziekenhuizen en centra voor primaire gezondheidszorg in Cox's Bazar. We bieden er een waaier aan diensten, zowel voor gehospitaliseerde als ambulante patiënten, inclusief eerste hulp, intensieve, pediatrische en verloskundige zorgen, seksuele en reproductieve gezondheidszorg en behandelingen van slachtoffers van seksueel geweld of patiënten met niet-overdraagbare aandoeningen.
In de eerste maanden van 2020 hebben de teams van Artsen Zonder Grenzen bijna 173.000 externe consultaties gehouden en eerste hulp verstrekt, werden meer dan 9.100 patiënten voor verzorging opgenomen, stonden de medewerkers in voor ruim 22.600 prenatale consultaties, begeleidden ze meer dan 2.000 bevallingen en hebben ze over de 14.250 individuele consultaties rond mentale gezondheid verzorgd.
Als antwoord op de COVID-19-crisis doen de Artsen Zonder Grenzen-teams aan gezondheidspromotie om de gemeenschappen te sensibiliseren. Eerstelijnsmedewerkers krijgen daarnaast een opleiding rond preventiemaatregelen en infectiebeheer, terwijl in alle gezondheidscentra van Artsen Zonder Grenzen-isolatiezalen zijn ingericht.