Sociale media

Open the menu

1 000 000 medische consultaties voor de Rohingya in Bangladesh

Sinds augustus 2017 leven bijna een miljoen Rohingya-vluchtelingen - gevlucht voor het geweld in Myanmar - in kampen en geïmproviseerde nederzettingen op het schiereiland Cox's Bazar in Bangladesh. Tussen augustus 2017 en december 2018 hebben onze teams ter plekke de kaap van 1 miljoen medische consultaties bereikt, verstrekt aan vluchtelingen en de lokale gemeenschap. Na 1 miljoen consultaties en anderhalf jaar medische zorg, zijn dit onze vijf bevindingen.

1. De meest voorkomende en voornaamste ziektes houden verband met de slechte leefomstandigheden in de kampen.

a

Bijna 9 % (92.766) van alle patiënten kwamen voor behandeling voor acute, waterige diarree. De meeste van hen waren kinderen onder de vijf jaar. Zij zijn bijzonder kwetsbaar zijn voor de aandoening en kunnen sterven als het onbehandeld blijft. Terwijl ernstige gevallen moeten worden opgenomen in het ziekenhuis, kunnen de meesten naar huis nadat ze zijn gerehydrateerd.

Diarree is gelinkt de slechte en overbevolkte leefomstandigheden in de kampen. Vaak leven vluchtelingen in kleine shelters, gemaakt van bamboe en plastic zeilen, die ze moeten delen familie. Drinkbaar water, proper sanitair en een verbeterde hygiëne zijn sleutelfactoren bij het voorkomen van diarree.

De slechte leefomstandigheden leiden ook tot andere belangrijke ziektes die we behandelen: infecties van de bovenste en onderste luchtwegen, huidziektes en koorts met een onbekende oorsprong; die valt lastig te diagnosticeren wanneer laboratoriumdiensten niet overal beschikbaar zijn.

De bewoners van de kampen hebben meer leefruimte nodig. Dat zou de verspreiding van sommige virale infecties verminderen. Mochten onze patiënten hun handen kunnen wassen met water en zeep, zouden veel huidaandoeningen die we behandelen, zoals schimmels en schurft, voorkomen kunnen worden. Maar in de vluchtelingenkampen, waar proper water schaars is, is het wassen van je handen niet zo evident. Daarom zijn water- en sanitaire activiteiten zo'n belangrijk onderdeel van het werk van Artsen Zonder Grenzen. Tot nu toe hebben onze teams 87,8 miljoen liter proper en drinkbaar water voorzien in de kampen.

2. Ondanks onze vaccinatiecampagnes, bestaat nog steeds het risico op het uitbreken van ziektes

a

In de eerste maanden van de noodtoestand, reageerden verschillende medische organisaties, samen met het ministerie van Volksgezondheid van Bangladesh, op verschillende uitbraken van ziektes in de kampen. Die uitbraken waren het logische gevolg van de lage immunisatiedekking en de beperkte toegang tot routineuze vaccinaties en gezondheidszorg voor de Rohingya in Myanmar. Sinds augustus 2017 hebben onze teams 6.547 mensen behandeld voor difterie en 4.885 mensen voor mazelen. Hoewel deze bevolking amper 1% van onze totale raadplegingen vertegenwoordigen, was de snelle reactie op deze uitbraken cruciaal. Sindsdien zijn verschillende vaccinatiecampagnes voor difterie, mazelen en cholera uitgevoerd.

Bij elke noodsituatie waarbij bevolkingsgroepen massaal worden verplaatst, is de eerste reactie steeds om te vaccineren tegen mazelen, omdat dat een terugkerende ziekte is. De opkomst van difterie was uitdagender. Uitbraken van difterie zijn zeldzaam, de meeste van onze medische teams moesten van nul beginnen leren hoe ze difterie moesten behandelen.

Vandaag zijn de mensen in de kampen beter beschermd tegen uitbraken van ziekten. Onze teams blijven routineuze vaccinaties uitvoeren, maar het risico op nieuwe uitbraken bestaat nog steeds. In de afgelopen weken hebben we bijvoorbeeld enkele honderden gevallen van waterpokken behandeld, een ziekte die in Zuid-Azië nauwelijks voorkomt en complicaties kan hebben voor zwangere vrouwen, of wanneer wie lijdt aan waterpokken ook lijdt aan andere ziekten.

3. Geestelijke gezondheidszorg is essentieel

a

De meeste Rohingya hebben traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Velen hebben incidenten van geweld doorstaan of zijn er getuige van geweest, en verloren familieleden en vrienden. Veel mensen willen graag terug naar huis, maar dat is niet mogelijk. Dus ze voelen zich wanhopig. Al van sinds het begin, is het verlenen van geestelijke gezondheidszorg voor onze teams een prioriteit geweest. Geestelijke gezondheid vertegenwoordigt 4,7% (49.401) van onze totale raadplegingen tot nu toe.

De diensten in geestelijke gezondheid zijn bij veel Rohingya onbekend en wie gaat, wordt soms gestigmatiseerd, dus we hebben een beter bewustzijn van onze diensten moeten creëren en we blijven dit doen. Onze teams bieden individuele en groepssessies, voeren psychosociale stimulatie uit bij ondervoede kinderen en behandelen mensen voor psychiatrische aandoeningen. Met resultaat: de uitvalcijfers zijn laag en het aantal ontslagen is groot. Dat impliceert een verbetering van de geestelijke gezondheid bij onze patiënten.

4. Er zijn grote noden in kraamzorg en behandeling voor chronische aandoeningen

a

Chronische ziekten, zoals diabetes en hoge bloeddruk, komen veel voor bij onze patiënten, vooral bij ouderen. Er is echter een grote nood aan medische aandacht voor deze ziekten, waaraan niet goed wordt voldaan. Wanneer we patiënten met een chronische ziekte ontvangen, stabiliseren we ze en verwijzen we ze vervolgens door naar een andere medische organisatie voor langdurige zorg. Onder kinderen is er ook een significante prevalentie van thalassemie - een erfelijke ziekte die moeilijk te behandelen is en bloedtransfusies vereist.

Anders dan in andere contexten waarin Artsen zonder Grenzen werkt, vertegenwoordigen bevallingen in Cox’s Bazar slechts een klein deel van onze consultaties - onze teams hebben tot nu toe slechts 2.192 geboorten bijgestaan. Dit komt omdat de meeste vrouwen ervoor kiezen om niet in het ziekenhuis te bevallen. Meestal bevallen ze thuis, bijgestaan door traditionele vroedvrouwen, zoals in Myanmar gebruikelijk was. Maar in het vluchtelingenkamp betekent ‘thuis’ een basale shelter is in een overvol kamp. Dat is een zorgwekkende situatie die we willen veranderen. De vrouwen die wel in het ziekenhuis komen bevallen, komen vaak erg laat aan, zonder vooraf naar prenatale zorg te zoeken. Prenatale zorg vormt slechts 3,36% (35,392) van de totale consultaties. Als gevolg hiervan ziet ons medisch personeel vaak vrouwen met aandoeningen zoals pre-eclampsie, eclampsie, verlengde arbeid en ingehouden placenta's.

5. Van een noodsituatie naar een langdurige crisis

a

Aan het begin van onze noodrespons, behandelden we een aantal mensen voor verwondingen, gerelateerd aan geweld in Myanmar, en was de nood aan basisgezondheidszorg hoog. Vandaag merken we dat de patiënten die we behandelen voor geweldgerelateerde trauma’s, vaker verwond geraakt zijn tijdens incidenten binnen de gemeenschap of het gezin en na seksueel, gendergerelateerd geweld. De grote behoeften zijn verschoven naar secundaire gezondheidszorg, inclusief niet-overdraagbare ziekten. Net zoals aan het begin van de noodsituatie, maar nu om andere redenen, blijft seksueel geweld een belangrijk aandachtspunt. Een aantal vrouwen komt naar onze faciliteiten met seksueel overdraagbare infecties die lange tijd onbehandeld zijn gebleven.

De bestendige aanwezigheid van Artsen Zonder Grenzen op het schiereiland Cox's Bazar heeft ook geleid tot een toename van het aantal consultaties voor leden van de lokale gemeenschap in Bangladesh, met name in die gezondheidsfaciliteiten die zich niet in het midden van de kampen bevinden.