Extreem geweld in Bangui spaart burgers noch ziekenhuizen

De aanwezigheid van internationale troepen in de Centraal-Afrikaanse hoofdstad Bangui kan niet verhinderen dat er dagelijks gevechten, aanvallen, lynchpartijen, misbruiken en wraakacties plaatsvinden. De situatie in de stad lijkt volledig uit de hand te lopen.

Sinds begin december heeft Artsen Zonder Grenzen verschillend medisch-chirurgische projecten in Bangui. De teams zien er dagelijks slachtoffers van geweld. In het gezondheidscentrum Castor komen elke dag vijftien tot twintig gewonden toe. Sinds 7 december werden er al 343 slachtoffers van geweld verzorgd.

Ook in het stedelijk ziekenhuis komen elke dag vijftien tot twintig gewonden toe. Daar zijn tussen 2 en 27 december 648 slachtoffers van geweld verzorgd (363 met schotwonden, 128 met verwondingen door blanke wapens; 428 patiënten werden gehospitaliseerd).

“De voorbije dagen hebben we in het stedelijk ziekenhuis veel zwaargewonden opgevangen. Mensen die verwond werd door machetes, aan het hoofd, of aan armen en handen wanneer ze zich wilden verdedigen. We zien ook veel steekwonden in de buikstreek en patiënten die gemarteld of ernstig geslagen zijn. Eén patiënt was zelfs gespiest. De meeste patiënten zijn jonge mannen,” zegt Laurent Sury, die de noodhulp van Artsen Zonder Grenzen in Bangui coördineert.

Het uitzonderlijke geweld spaart de ziekenhuizen niet en bemoeilijkt de hulpverlening ernstig. Op 24 december drong een gewapend persoon binnen in de hulppost van Artsen Zonder Grenzen op de luchthaven. Op 25 december verschaften mannen, gewapend met granaten, zich toegang tot het stedelijk ziekenhuis. Nog op 25 december moest Artsen Zonder Grenzen het ziekenhuis tijdelijk evacueren, na aanhoudende beschietingen en de aanwezigheid van gewapende mannen rond, en op een bepaald moment in het ziekenhuis.

29 december werd een ambulance van het ministerie van Volksgezondheid tegengehouden en bedreigd met een granaat. De ambulanciers konden de gewonden niet naar het ziekenhuis brengen. Dezelfde dag kwamen gewapende mannen naar het ziekenhuis om patiënten te zoeken met de bedoeling hen te lynchen. Het ziekenhuispersoneel werd bedreigd.

Telkens lukte het om de agressoren te overtuigen af te zien van hun plannen, maar de veiligheid van de patiënten is herhaaldelijk ernstig in het gedrang gebracht. “Bij elk van dat soort ‘bezoekjes’ neemt de spanning toe”, zegt Thomas Curbillon, hoofd van Artsen Zonder Grenzen in Bangui. “De aanvallers worden steeds agressiever en haatdragender.”

“Het is absoluut onaanvaardbaar dat ziekenhuizen niet gerespecteerd worden, dat er individuen binnendringen die een bedreiging zijn voor de patiënten én voor het personeel. De onveiligheid en de schermutselingen in verschillende wijken, in het bijzonder rond het ziekenhuis, maken verplaatsingen moeilijk, zowel voor onze teams als voor de patiënten. Zieken en gewonden kunnen de verzorging niet krijgen die ze nodig hebben.”

Al op 9 december deed Artsen Zonder Grenzen een oproep om een einde te maken aan de bedreigingen en het geweld in en rond de ziekenhuizen in Bangui. Vandaag herhaalt Artsen Zonder Grenzen die oproep: alle partijen moet zieken en gewonden toestaan de hulp te zoeken waar ze nood aan hebben. Artsen Zonder Grenzen eist dat er onmiddellijk een einde komt aan het geweld tegen burgers, tegen patiënten en tegen medisch personeel, zowel in Bangui als in de rest van het land.

Artsen Zonder Grenzen werkt in de Centraal-Afrikaanse Republiek sinds 1997 en heeft er zeven reguliere projecten (in Batangafo, Boguila, Carnot, Kabo, Ndéle, Paoua en Zémio) en vier noodhulpprojecten (in Bangui, Bossangoa, Bouca en Bria). Mobiele teams helpen vluchtelingen in kampen in Bangui. Eind januari hoopt Artsen Zonder Grenzen hulp te kunnen opstarten in de ziekenhuizen van Bangassou en Ouango.